Page 12 - Antilliaanse Dagblad
P. 12

12                                                                                                                     Antilliaans Dagblad Donderdag 3 maart 2016

Feuilleton

                                                                      Mester a deré, promé ’t Was nodig hem te begraven
FEUILLETON 10WILLEM E. KROON el a drenta na casa voor hij in het huwelijk tradDOOR

Mijn vriend Benúa                 een tobbe met wasgoed. Een          Uitzicht over de pontjesbrug en de handelskade.                      FOTO’S NATIONAAL ARCHIEF
          vervolgde zijn relaas   kind van ongeveer vier jaar
          over zijn ontmoeting,   stond bij de deur een koekje te     verhogen als ik dat zou willen;      ‘Zei ik je niet dat je je rom-  siroop, frio frio, te verkopen;
als schijndode, met een eer-      eten en een ander van twee          zij betalen niet.’                mel vanochtend vroeg moest         dat alles omdat de Venezolaan
waardig oude man met een          jaar stond achter de rug van de                                       wegbrengen?’ schreeuwde hij        aanbood een rijksdaalder meer
grote gouden sleutel in de ene    wasvrouw; met een open                 Mijn oude gids gaf mij een     tegen de vrouw en zonder een       te geven dan de vrouw kon
en een weegschaal in de ande-     handje vroeg het om nog een         teken en we gingen weg. Iets      antwoord af te wachten, nam        betalen.’
re hand. ,,Hij bracht mij naar    stuk van het koekje. De arme        voorbij de plek waar mijn         hij de bundel met wat de kus-
een andere poort die door de      vrouw riep de jongen toe dat        huisjes staan, zagen wij een      sens waren van het arme               Ik dacht aan de regering en
aanraking van zijn hand de        hij het kleintje een stukje         koffer en een bundel kleding      mens, hield die met twee           ik vroeg: ‘Waarom gedoogt de
gedaante aannam van een           moest geven, maar hij weiger-       bij de deur van een woning.       vingers vast, opdat ze zijn        regering zulke misbruiken?’
geweldig stuk wolk, dat in ’t     de.                                 Een vrouw kwam eruit met          handen niet vuil zouden ma-
midden begon te openen en                                             een veldbed op haar schouder      ken, en wierp het toen voor de        ‘Zoiets gebeurt, mijn zoon,
een toneel onthulde dat me           ‘Dat getob met die kinderen      en ze zette het naast de koffer.  voeten van de vrouw. Zonder        doordat de groep die de rege-
heel goed bekend was. Ik          hier’, sprak zij in zichzelf.       Toen verscheen een meisje         haar mond te openen,               ring vormt geen last heeft van
stond voor ons land, ons ei-      ‘Jullie moeder heeft jullie even    van zes, dat met de ene hand      berustend in haar ongeluk,         het betalen van huur; zij heb-
land, onze eigen stad met         in de steek gelaten; zó kan ik      een kleiner kind vasthield en     nam het arme mens haar             ben hun eigen huis en ze
Punda en Otrobanda. Mijn          ook niet werken; kom, ik zal je     in de andere twee half afge-      boeltje op, gaf aan iedere buur-   kunnen dan ook niet iets voe-
eerwaardige gids greep mijn       laten slapen’, en zij nam het       vlochten strohoeden had. Zij      vrouw een stuk te bewaren en       len voor een ander. Maar twij-
hand en, terwijl hij mij de       kleintje bij de hand en legde       ging bij de deur op haar moe-     ging ‘logeren’, vermoedelijk       fel er niet aan, ieder heeft zijn
verschillende plaatsen aan-       het op haar schoot.                 der zitten wachten. Een ge-       bij een familielid om onderdak     eigen tijd van nood. Leef goed,
wees, sprak hij: ‘Nu ga ik u bij                                      dwongen verhuizing! Er waren      te hebben.                         handel goed en ge zult voor ’t
de onderdrukkers brengen,            De moeder kwam juist             geen vijf minuten verlopen                                           aangezicht van God als een
om u ervan te overtuigen dat      binnen. ‘Tida’, zei zij, ‘ze heeft  terwijl de arme moeder, han-         De grijsaard nam mij bij de     goed mens gezien worden.
het veel gemakkelijker is om      slaap, geef mij haar om haar        den aan ’t hoofd, stond te        hand en wij gingen verder.         Want alles waarvoor zij vech-
de huurprijs te verhogen dan      in slaap te wiegen; kijk, ik        bedenken waar ze haar boeltje     ‘Ziet gij wat er gebeurt, mijn     ten om meer op aarde te verza-
om die op te brengen.’            wachtte een uur op Mosa om          zou heenbrengen, toen er een      zoon?’ vroeg hij. ‘De mensen       melen, dient voor niets anders
                                  mij ’t geld te geven voor ’t        man uit Venezuela aankwam         zijn zo wreed dat zij een arme     dan tot hun eigen lijden hier-
   Toen schroefde mijn hart       goed dat ik heb gestreken,          samen met de huisheer en een      vrouw op straat zetten om aan      namaals. Dat zal ik u voor uw
ineen, en ik overtuigde mij er    maar een bediende is mij            werkman die een toonbank          een vreemdeling gelegenheid        eigen ogen tonen.’”
werkelijk van hoeveel opoffe-     komen zeggen: ‘Mosa heeft           sjouwde. De Venezolaan            te geven om geraspt ijs met
ring het verschillende mensen     hoofdpijn en zij kan mij van-       haastte zich om zijn toonbank                                        DEEL 11: Dinsdag 8 maart
kost om te zorgen dat zij zon-    daag niet ontvangen.’ Op die        voor de deur te pronk te stel-
der schulden leven. Wij allen     manier lijd ik gebrek, mijn         len en hij droeg de werkman       WILLEM E. KROON
die huizen verhuren denken        kinderen wachten hongerig tot       op om de flessen met stroop
steeds aan hetgeen de armen       de hoofdpijn van Mosa over is;      en de ijskruik te halen. Intus-   W illem E. Kroon schreef
tegenwoordig verdienen, maar      is dat geen schande? Ze heb-        sen was de huisheer gestrui-             de korte Papiamentstali-
’t kan ons weinig schelen         ben geld om feest te vieren,        keld over een bundel die aan      ge roman ‘Mester a deré,
hoeveel zij moeten uitgeven       om een auto te kopen, zich          een slaapmatje was gebonden.      promé el a drenta na casa’.
voor eten, water enzovoort,       mooi te kleden, en trots te zijn                                      Die verscheen als feuilleton
hetgeen erop neerkomt dat de      tegenover arme mensen als                                             in de rooms-katholieke krant
nieuwere loonschaal minder        wij; maar zoek ze op en dan                                           La Union van 25 november
voordelig blijkt te zijn dan in   verlies je je tijd voor een paar                                      1926 tot en met 27 januari
de tijd waarin de verdienste      ellendige kwartjes die ze je                                          1927. De Nederlandse taal-
geringer was.                     moesten geven.’                                                       kundige D.C. Hesseling
                                                                                                        werkte in 1933 aan een verta-
   Daar wij onzichtbaar waren        ‘Ja, Fema, zo zijn de men-                                         ling onder de titel ‘’t Was
voor het oog der levenden,        sen tegenwoordig; ze geloven                                          nodig hem te begraven voor
gingen we een huis binnen dat     dat alleen hún kinderen op tijd                                       hij in het huwelijk trad’. Deze
op aarde van mij was, en wij      eten moeten hebben, met de                                            vertaling werd niet gepubli-
gingen zitten zonder dat men      onzen hebben ze niets te ma-                                          ceerd, maar wél in manu-
ons zag. Een kamer met vier       ken. Kijk, ’t wordt weer donke-                                       script bewaard en verschijnt
stoelen, een tafel met een blik   re maan; nu Benúa is gestor-                                          nu als feuilleton in het Antilli-
erop, dat door een man met        ven, weet de Hemel of de                                              aans Dagblad. De spelling van
een waterkar, onder veel bid-     nieuwe eigenaar niet een rijks-                                       de vertaling werd aangepast,
den en smeken, juist was          daalder of meer op de huur zal                                        onduidelijkheden met kleine
gevuld. Dichter bij de deur een   leggen, misschien wel met de                                          ingrepen toegelicht, verschrij-
vrouw, waarschijnlijk de huur-    pretentie dat wij zijn uitgaven                                       vingen en evidente onjuisthe-
ster van het huis, zittend voor   voor de rouw moeten betalen.                                          den werden bijgesteld. Dit is
                                  Maar ik kan het wasgeld niet                                          niet tot in detail gedaan, om
De Roodeweg.                                                                                            de oorspronkelijke inspan-
                                                                                                                                           Willem E. Kroon (Curaçao,
                                                                                                                                           1886-1949).

                                                                                                                                           ningen van de vertaler te
                                                                                                                                           respecteren. De redactionele
                                                                                                                                           aangelegenheden zijn niet
                                                                                                                                           nader aangegeven in de tekst.

                                                                                                                                           Redactie: Aart G. Broek; met
                                                                                                                                           dank aan Jan Noordegraaf.
   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17