Page 51 - ATA
P. 51
Kunst (3) zijn internatio-
15
onder meer vanwege bruikle- nen aan Nationaal Antropolo- gisch en Archeologisch Mu- seum (NAAM) en Landhuis Sa- vonet, niets te zien. In de jubileumtentoonstelling maar een paar sculpturen opge- steld. In de beeldentuin, waaro- ver ik eerder uitgebreider heb geschreven (Antilliaans Dag- blad, 22 april 2017) staan en hangen objecten van John de Pool, Hortence Brouwn, Yubi Kirindongo, Nel Simon, Berna- detta Statius
Boeiend overzicht in Curaçaosch Museum
ken als papegaaienbekken en rijk bewerkte voetstukken. Een groot schilderij van Jaap Bouhu- ys, ‘Vissersfamilie’, verlevendigt deze gang. De lange gang aan de zuidkant van het museum bevat een gave Tinachi - een in een open houten stellage opge- waterzuiveringssysteem van boven elkaar geplaatste grote uitgeholde stenen -, een grote ankerketting, scheeps- kisten, een gevelsteen en zo meer. Moeilijk verplaatsbare o
Overzicht van het ‘Dagvertrek’. betiteld. Dankzij naspeuringen van Rien te Hennepe is het nu dan van een schildersnaam voorzien. De gangen en keuken In de gang tussen de twee stijl- zalen staan vier grote (drie an- steld tieke en een van glas) vitrine- kasten voorzien van onder andere geslepen kristallen bon- bonnières, karaffen en glazen, serviesgoed, Japans en Chinees porselein, en toiletgerei als lam- petkan, was
ke opstelling. De schilderijen zijn van Schumacher, ‘Portret van een man uit 1937’, van de Japanner Karimantin, die de (tandarts) Valentiny als cellist heeft vereeuwigd in 1945, van Jan Sluijters, ‘Naakt’ uit 1913, van Hendrik Chabot, ‘Oude hui- zen in polderlandschap’ uit 1946, van Isaac Israels, ‘Zwer- vers langs de gracht’, circa 1883, van Charley Toorop, ‘Negers Rotterdam’ uit 1926, van Jan Wiegers, ‘Landschap
Antilliaans Dagblad Maandag 11 juni 2018
senluster, kaarsenhouders aan de wand en op tafel, drie setters (kaarsbeschermers), een ‘grand- fatherklok’ en een pendule. De gekrulde mahonieomlijstingen van de toegangen tot de zalen zijn majestueus en mag ik zeker bij de inventarisatie van deze ‘oude tijden’ niet vergeten. In deze zaal is de verdeling en plaatsing van schilderijen en gebruiksvoorwerpen wederom zeer geslaagd te noemen. Er staat een bronzen bee
Overzicht van de ‘Slaapkamer’. ‘Slaapkamer’. Ook hier staan de meubels in volle glans. Een gro- te uitschuiftafel, voorzien van een lichtgroen servies met ge- schulpte randen, is een van de klapstukken. In de catalogus ‘Het Curaçaosch Museum’ uit onbekend jaar, staat vermeld dat dit waarschijnlijk de oudste ma- honietafel van het eiland is, af- komstig van San Pedro van de weduwe Adelaide Striebeek- Kwiers. De twee ide
Antilliaans Dagblad Maandag 11 juni 2018
ken uit de collectie uitgebreid onder de loep genomen. Kort samengevat: Cola Debrot verge- zelde op een boot van de KNSM 53 schilderijen, die door het Nederlandse Departement van Onderwijs Kunsten en Weten- schappen in1948 waren verzon- den. Ook Stichting voor Cultu- rele Samenwerking (Sticusa), die in dat jaar was opgericht, had er bemoeienis mee, en jonkheer Willem Sandberg, de directeur van het Stedelijk Mu- seum in Amste
er staat en hangt in de beide stijlkamers, in de keuken
benedenzalen, zal ik in dit derde en laatste artikel wat
besproken die te zien was in de entreegang, de West-
tentoonstelling ter gelegenheid van het zeventigjarig
en de overige gangen van het museum, belichten.
Indische Zaal, de Curaçaosche Meesterzaal en de
bestaan van het Curaçaosch Museum te hebben
Na in de delen 1 en 2 de kunst van de jubileum-
Tekst en foto’s Jan Gulmans
de zaal is goed, ondersteund door het natuurlijke licht, dat door de raamopeningen naar binnen komt. In mijn ogen heeft het er de afgelopen twintig jaar nog nooit zo goed bijge- staan en zo harmonieus. Dat komt wellicht ook door de goed gekozen verdeling van de schil- derijen en de plaatsing ervan. Hoe deze prachtige schilderijen naar Curaçao gekomen zijn heeft Julie Hengeveld, onder- steund door Verele Engels uit de doeken
fraaie boek ‘Furniture from Cu- raçao, Aruba and Bonaire, Three centuries of Dutch Carib- bean craftmanship’ van Geor- gette E. Nije-Statius van Eps (de Walburgpers, Zutphen, 1995) komen beschrijvingen en foto’s voor van menig stuk dat in de beide zalen is opgesteld. De meubels staan er glanzend bij en het linnen- en beddengoed oogt fris: het hemelbed, volgens een niet gedateerde museumca- talogus afkomstig van Sint Eu- stat
at met nacht- rust te maken heeft is in deze stijlkamer opge- nomen: antiek meubilair uit de achttiende en negentiende eeuw, volgens ‘The Curaçao Museum Hand- book’ uit 1993, door Curaçaose schrijnwerkers naar Nederlands en Amerikaans model gemaakt, en gebruiksvoorwerpen als een lampetkan met toebehoren, wandversieringen en als con- trast schilderijen van ‘Holland- se meesters’. Vrijwel alle kasten, (schommel)stoelen, ledi
Lyre met toiletgerei in vitrine. De ‘Slaapkamer’ W Edgar Fernhout, Zelfportret.
Kunst
14