Page 10 - AD Feb 25 2016
P. 10
10 Antilliaans Dagblad Donderdag 26 februari 2016
Feuilleton
Mester a deré, promé ’t Was nodig hem te begraven
FEUILLETON 8WILLEM E. KROON el a drenta na casa voor hij in het huwelijk tradDOOR
Mijn vriend Benúa armsten tot de rijksten en Begraafplaats Otrobanda, circa 1930. FOTO MARECHAUSSEE MUSEUM, BUREN
vervolgde zijn per- aanzienlijksten, voor mij hun
soonlijke geschiede- hoed al hadden moeten afne- een nieuw commando in het pen dat ik mij sterk moet die door mijn droefheid en
nis als schijndode. ,,Zulk een men. ’t Is de laatste, de eerste Nederlands: ‘Heeren worden inspannen om verder te gaan wanhoop nog erger werd; ik
vrees voor de dood overheerst en de enige genoegdoening verzocht het kerkhof te verla- of liever, om mijn geschiede- meende dat ik dood was. Ik
ons en toch: hoe dikwijls komt voor iemand van lagere stand ten.’ Maar dat was niet nodig; nis van het leven in de andere kreeg een droom; ik weet niet
die zo gevreesde dood als de dat, al is ’t dan ook wanneer mijn metgezellen waren er full wereld te beginnen, in de of ’t mijn ziel was of iets an-
grootste vertroosting die wij in zijn lijk voorbijgaat, iedereen speed vandoor gegaan en wereld der afgestorvenen; ders, maar ik ben uit de kist
ons leven kunnen gevoelen! de hoed voor hem moet afne- lieten de aarde onberoerd daarom heb je me de verras- opgerezen zonder die te ope-
Zie niettemin, hoe ik moest men. achter. Getrouw aan zijn werk sing van dat brandewijntje nen.
sterven zonder dat ik ooit en eraan gewoon om te wer- bezorgd; wel bedankt hoor, ’t
genoeg had van het leven, Zij gingen ten slotte op de ken bij regen of zonneschijn, heeft me geholpen en nu kan Op ’t zelfde ogenblik meen-
zonder dat mijn uur was geko- smalle paden die de rij grafkel- heeft de metselaar, opdat de ik met meer moed verder de ik op de grond iets te horen
men! Maar ten slotte, wat ders scheiden en zij stonden nacht niet zou komen terwijl gaan. dat deed denken aan een zak
God wil ...!” stil waar zij, van ik weet niet het graf nog open was, zijn met beenderen. Na dit won-
wie of waar, iets hadden ge- werk afgemaakt.” Zo was ik dan, amice, op dat derlijke geluid van beenderen
,,Eindelijk hadden zij de huurd of geleend om mij erin ogenblik in mijn doodskist die een bult of hoop vormden,
kerk bereikt en de voorzanger te plaatsen. Duidelijk gevoelde Hier bedekte mijn vriend geplaatst, in het graf en bij zag ik die geraamten die ook
ging naar binnen. Maar daar- ik dat iemand erin sprong en Benúa zijn gelaat met beide mijn volle verstand, maar uit hun doodkist waren geko-
mede hield ik mij niet bezig. mijn doodskist aanpakte, handen en liet hij ’t wat zak- zonder dat ik mijn mond kon men. Degene die het dichtst
Ik bedacht dat ik mij bevond terwijl de anderen een touw ken, terwijl hij naar de grond openen, tengevolge van de bij mij was heeft zijn ontvlees-
voor het Sakramentskastje des vierden. Wie naar beneden keek. Ik begreep dat het tragi- ziekte die me gegrepen had en de en vochtige vingers op mijn
Heren en dat dit het enige en was gegaan is er daarna weer sche ogenblik van zijn geschie- die had gemaakt dat zij mij lichaam gelegd en gedrukt, als
laatste ogenblik was om mijn uitgeklommen. Een diepe denis was gekomen en om levend hadden begraven. een groet van de andere
ziel vol berouw aan God over stilte volgde, waaruit ik be- hem wat moed te geven bestel- wereld. Daarop hoorde ik iets
te geven. greep dat de aanspreker een de ik bij een van de bedienden Ja, vriend, stel je voor dat alsof een hoop kreeften in een
laatste gebed voor mijn ziel van het terras Brion, ter ver- op het ogenblik dat ik niets doos krabbelden.”
Oh, ik wens dat ik altijd de uitsprak. sterking, voor ons beiden de hoorde, zelfs niet het zachte
boetvaardigheid tot leven kan brandewijn die zij daar in geluid van de metselaarstrof- DEEL 9: Dinsdag 1 maart
brengen, die ik op dat ogen- Toen regende het op mijn voorraad hebben. Toen mijn fel, me een onmacht overviel
blik heb gevoeld. Ik was volko- kist wat aarde van de een, een vriend ontsnapt was aan die
men in gemeenschap met stuk steen van een ander, ontroerende gedachten die WILLEM E. KROON
mijn God en als ’t niet de wonderlijke liefkozingen bij stellig door zijn geest gingen,
wierookdamp was geweest die het afscheid van een overlede- heeft hij zijn ogen geopend W illem E. Kroon schreef
mij begon te benauwen, zou ik ne. Op dat ogenblik wenste ik voor dat kelkje brandewijn en de korte Papiamentstali-
gebleven zijn in de vervoering dat zij een stuk rots van vijftig in een oogwenk heeft hij de ge roman ‘Mester a deré,
van mijn gebed. Opnieuw kilo zouden gooien om het inhoud door zijn keelgat ge- promé el a drenta na casa’.
hebben ze mij naar buiten deksel van mijn kist te verbrij- jaagd. Die verscheen als feuilleton
gebracht en onderweg smeek- zelen en dat die desnoods in de rooms-katholieke krant
te ik God dat de meest roekelo- mijn neusbeen zou verplette- ,,Vriendlief, je hebt begre- La Union van 25 november
ze chauffeur het in zijn hoofd ren, als dat genoeg was om me 1926 tot en met 27 januari
zou halen vaart te zetten, een gil te laten geven en te FOTO NATIONAAL ARCHIEF 1927. De Nederlandse taal-
waardoor mijn dragers uiteen maken dat men mij nog bij- kundige D.C. Hesseling
zouden springen, zodat zij tijds naar boven bracht. Maar werkte in 1933 aan een verta-
mijn kist lieten stukvallen, het stond geschreven dat zij ling onder de titel ‘’t Was
opdat ik een laatste kans had mij levend zouden begraven. nodig hem te begraven voor
om te ontkomen aan de vrese- Reeds was de metselaar be- hij in het huwelijk trad’. Deze
lijke dood die mij wachtte. gonnen de voor de hand lig- vertaling werd niet gepubli-
Maar je kunt wachten wat je gende stenen af te hakken en, ceerd, maar wél in manu-
wilt, er gebeurde niets; zo iets te oordelen naar het geluid script bewaard en verschijnt
doen ze alleen als ’t hun niet van de troffel waarmee hij nu als feuilleton in het Antilli-
gevraagd wordt. ze bepleisterde, begreep ik dat aans Dagblad. De spelling van
hij klaar was met zijn beuls- de vertaling werd aangepast,
Ten langen leste kwamen werk. onduidelijkheden met kleine
wij aan bij het kerkhof. Naar- ingrepen toegelicht, verschrij-
mate het geluid der stappen Daarbinnen meende ik een vingen en evidente onjuisthe-
ophield, begreep ik dat zij gutsen van harde regen te den werden bijgesteld. Dit is
waren aangekomen op een horen, er zal plots een regen- niet tot in detail gedaan, om
plek waar gras en onkruid wolk voorbij zijn getrokken. de oorspronkelijke inspan-
groeit. Ik heb de wereld vaar- Daar de voorlezer niet in de
wel gezegd, daar allen die regen wilde blijven staan, is hij
mijn lijk voorbijgingen, van de zijn terugtocht begonnen met
Ser’i Pietermaai. Willem E. Kroon (Curaçao,
1886-1949).
ningen van de vertaler te
respecteren. De redactionele
aangelegenheden zijn niet
nader aangegeven in de tekst.
Redactie: Aart G. Broek; met
dank aan Jan Noordegraaf.