Page 11 - 20200602
P. 11
Achtergrond ta fuku’ (om het noodlot tegen te gaan). ,,De hamvraag is, aan de oost- of de westkant”, zei hij toen met geheimzinnige blik. Sergei Aleexenko
11
aanse vlag vier wapperde, toen nog uit zes sterren bestaand, de drie Benedenwindse en drie Bo- venwindse Eilanden verbeel- dend. Als aandenken is een pla- quette - met letter voor letter ge- ponste tekst in een zinken plaatje - teruggevonden. Het memento is in de gevel van de zuidwestelijke magasina inge- metseld, stil tributo (eerbetoon) aan de
huizen zeer nadeelig voor het gezigt zijn, uithoofde der we- derkaatsing der zonnestralen op het oogstelsel, waardoor ee- ne onherstelbare verzwakking aan hetzelve veroorzaakt wordt (..)’. Met effect, getuige de nog altijd in uiteenlopende kleuren geverfde koopmanswoningen op Scharloo en de Handelskade. Deze verplichting gold toen al- leen voor W
Dinsdag 2 juni 2020 niet met ‘blancha’, een mengsel van kalk en aloë dat in het verle- den werd toegepast. Naast het onderhoudsargu- praktische ment van langer houdende wit- te verf, gold ook de afweging dat kleurpigment warmte absor- beert en wit dat effect nu juist tegengaat. Hij legde daarmee het advies van oogarts Benja- min de Sola naast zich neer die in 1817
Antilliaans Dagblad Luchtfoto Jan Kok, gemaakt door Fred Fischer. van zijn meest toegewijde men- sen was ‘Indjan’ (Indiaan), in- derdaad van direct Amerindi- aanse afkomst. Hij was met Max de voortrekker, vooral in de eerste fase toen de succesvolle herbouw nog heel ver weg leek. De motivatie van de troepen kon toen wel een opkikker ge- bruiken bij het aanschouwen van de
Dinsdag 2 juni 2020 Max en de herbouw van Jan Kok was geïnfesteerd en uiteindelijk tot stof verworden door de vraat- zuchtige ‘komehein’ (termie- ten). Deze vaak met ‘witte mie- ren’ - in Teenstra’s tijd ook met ‘houtluizen’ - aangeduide insec- ten, zijn onlosmakelijk deel van Curaçao. Zij komen niet alleen in hou- ten gebouwen en boeken voor, maar ook buiten in de natuur. Een plaag van bijna Bijbelse omvang, zod
Antilliaans Dagblad De westzijde van Jan Kok. en hier en daar onzorgvuldig’ door de toenmalige landhuisei- genaar herbouwd is. Hij baseer- de zijn visie mede op een ver- schil van bijna een meter in de kruislingse afstand tussen de hoeken van de binnenmuren - zoals ingemeten aan het begin van de restauratiewerkzaamhe- den in 1961. Of Vismans con- clusie terecht is vanuit huidige bouwkundige inzichten?
Er is een boek in de maak over dierenarts Max Diemont en het landhuis Jan Kok waar hij woonde. Auteur is Siebe Sonnema die delen van zijn verhaal ter beschikking stelt aan het Antilliaans Dagblad. Door Siebe Sonnema Max had hoegenaamd geen verstand van bouwkunde, wel was hij handvaardig, sterk ana- lytisch en tomeloos nieuwsgie- rig in het doorgronden van complexe materie. In de renova- tie
lemstad, alsook de landhuizen verspreid over het eiland, in ver- val raakten. Deels als gevolg van onverdeelde boedels waar de tal- rijke erfgenamen er niet in slaagden tot definitieve verde- ling te komen. Deels ook als on- gewenst bijeffect van een Landsverordening uit 1948 ‘ter beteugeling van onredelijke op- drijving van de huurprijzen van woningen’. Verschillende eige- nare
Volgens Max waren de zwakke plekken vooral in het dak. a zijn pensione- ring in 1959 wijdde dieren- arts Max Die- mont al zijn energie aan het restaureren van Jan Kok, een niet geringe uitda- ging gezien de deplorabele staat. Zijn initiatief werd temeer gewaardeerd in dit tijdsbestek waar historische koopmanswo- ningen en herenhuizen in Wil-
Achtergrond N Gedenkplaat familie Faneyte. Oostzijde van Jan Kok.
10