Page 13 - De Overdraght 2020-3
P. 13

Maar zo kon hij niet naar Maria Tabbert terug. En hij had ook geen
           geld om de kan opnieuw te laten vullen. Hij had nooit geld op zak.
           Met een drukkend schuldgevoel scharrelde hij de Landpoort uit,
           linksaf, over de Oostdijk, langs fort Bovensluis en de Tonnekreek
           naar de Klundert. Vrouw Tabbert vond dat Fransis wel lang weg-
           bleef en deelde haar zorg met de vorster (de diender) van de Wil-

           lemstad. Nou is tie ook nog met mijn literkan aan de haal, zei ze.
           De vorster begreep direct hoe laat het was. Hij liep op een draf de
           herbergen langs en hoorde bij de Landpoort dat Fransis net voor
           sluitingstijd de stad was uitgegaan.

           Hoe Fransis de winterse nacht is doorgekomen, vertelt de historie
           niet. Misschien heeft hij geslapen bij een bekende aan de Oostdijk
           of op de Tonnekreek. Zeker is hij de volgende morgen pas onder de
           winterse bomen door langs de Groeneweg en de Blauwe Hoefsweg
           bij de Hilsepoort van de Klundert aangekomen. De poort stond al
           open en welgemoed kuierde Fransis het marktveld achter het
           stadhuis op. Daar waren wel herbergen, maar hij had geen duit op
           zak!
           Op goed geluk bood hij de eerste de beste die hij tegenkwam de
           tinnen kan te koop aan: Jacobus Buijs. Die gaf hem 18 stuivers voor
           de kan. Een koopje voor de koper maar voor Fransis een vermogen.
           Hij was de koning te rijk en dook pardoes een van de herbergen aan
           het marktveld in.
           De vorster van de Willemstad was inmiddels ook door de
           Hilsepoort komen aanlopen. Maar in de Klundert had hij geen
           enkele bevoegdheid. Hij zocht hulp bij zijn Klundertse collega die
           onder het stadhuis woonde. De beide dienders gingen samen op
           zoek naar onze innemende vriend en grepen hem in de herberg
           waar ze hem vonden in zijn kraag waar hij onderwijl al een flink
           stuk in gedronken had. De vorster van de Willemstad wilde hem
           meteen mee naar huis nemen maar de vorster van de Klundert
           stopte hem in het kotje onder het stadhuis. Toen diens vrouw hem
           eten bracht, kreeg ze van Fransis te horen dat hij alleen maar dorst
           had.



                                          13
   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18