Page 75 - Fin de sciècle patisserie
P. 75

Kokskruiden: nootmuskaat, zwarte peper, thijm en laurier.
1 kopje melk: 140 cc
1 lood: ca. 10 gram (ook wel 14 gram)
Maatje: 0,27 liter
Pittebakjes: gekartelde bladerdeegbakjes, blind gebakken met toentertijd vulling van kersenpitten.
Room: ofwel gele room of banketbakkersroom Slegt: restjes - oude - koek
Specerijen: nootmuskaat, zwarte peper, thijm, laurier (kokskruiden), kaneel, cardamom, gember, kruidnagel, anijs, koriander, marjolijn, rozemarijn en piment.
Specie: waarschijnlijk bakpoeder
Spiegeltje: dun laagje
Vanille: vanillesuiker, twee delen suiker en een deel fijngemalen kleine, 2e keus, vanillepeulen.
Zeeuwsch meel: Zeeuws meel, gemaakt van tarwe uit een zeeklimaat, bevat minder zetmeel en minder gluten. Het heeft dus minder bindkracht en is daardoor juist geschikt voor koekjes.
Zout: opvallend is dat in bijna alle recepten zout ontbreekt. Wellicht was het gebruik evident, bovendien was de boter indertijd veel zouter.
63


































































































   73   74   75   76   77