Page 73 - In de ban van bloedstolling
P. 73

De Amerikanen Davie
en Ratnoff en de Brit
Macfarlane lanceerden De
cascade- of watervalhy-
pothese. Zij stelden dat,
net als bij het getrapte
schema van Pekelharing
en Morawitz, de stol-
lingsfactoren aanvankelijk
inactieve pro-enzymen
zijn die na activatie door
weefselschade of contact
met glas elkaar in een
specifieke volgorde omzetten in actieve enzymen. In 1963 was dit een belangrijke doorbraak. Voor het eerst was er een stollingsschema opgesteld dat alle bekende factoren omvatte.
Direct werd duidelijk dat dit op in vitro labexperimenten geba- seerde schema niet alles kon verklaren. In het lichaam komen immers geen lichaamsvreemde stoffen voor zoals glas van een reageerbuisje. De PT en aPTT meten stolling – de vorming van onoplosbaar fibrine – en niet hemostase – het voortdurende fysiologische in vivo proces van bloedstelping. Het pad dat vanaf de 19e eeuw met labexperimenten was ingeslagen le- verde spectaculaire inzichten op in de wijze waarop bloed stolt en ongekende vooruitgang in behandeling van bloedingen en trombose. Maar het in vitro onderzoek begon steeds meer op beperkingen te stuiten. Vanaf eind jaren zestig zou hierin ver- andering komen, mede dankzij Nederlandse inbreng.
49


































































































   71   72   73   74   75