Page 76 - In de ban van bloedstolling
P. 76

Van Crevelds erfenis
Van Creveld was zich er van bewust dat het stollingsproces, on- danks de successen die er in korte tijd geboekt waren met stu- dies naar hemofilie, nog niet bepaald was opgehelderd. Die complexiteit van de hemostase zou zijn leerlingen verspreid over heel Nederland nog decennialang bezig houden. Bijge- staan door nieuwe ontwikkelingen op het gebied van schei- kundige technieken richtten zij in diverse academische zieken- huizen stollingslaboratoria op.
Labtechnieken en het isoleren van factoren
Naast het mengen van plasma van patiënten werden er in de jaren vijftig en zestig ook nieuwe labtechnieken gehanteerd bij het karakteriseren en zuiveren van stollingsfactoren. Aan de Amerikaanse Harvard University ontwikkelde biochemicus Edwin Cohn tijdens de Tweede Wereldoorlog een proces om optimaal gebruik te maken van donorplasma door het te scheiden in verschillende fracties. Deze werden vervolgens gebruikt voor diverse doeleinden. Door het stapsgewijs toevoegen van ethanol aslook het verlagen van de zuurgraad en de temperatuur sloegen sommige eiwitten neer en andere juist niet. In iedere fase van de bewerking ontstond een ander neerslag – precipitaat – dat werd weggevangen door centrifugatie. De eerste fractie die ontstaat bleek fibrinogeen en factoren VIII en XIII te bevatten. Gerard Mastenbroek uit het lab van Van Creveld zette in het Binnengasthuis de eerste fractioneringsinrichting van continentaal Europa op.
52


































































































   74   75   76   77   78