Page 92 - In de ban van bloedstolling
P. 92

Biomaterialen en stollingsgevaar
Bloed stolt en bloedplaatjes hechten zich wanneer bloed in contact komt met lichaamsvreemde oppervlakken. Daarom ontwikkelen stollingsdeskundigen voortdurend materialen voor medische toepassing, zoals bij een kunstnier, hart- longmachine, implantaten of protheses, waarbij het ontstaan van ongewenste stolsels zoveel mogelijk beperkt blijft. In de eerste plaats zijn deze biomaterialen stoffen die contactacti- vatie – het activeren van de factoren XI en XII via de intrinsieke route – zoveel mogelijk voorkomen. Hoewel glas dus niet als zogenaamd biomateriaal gebruikt kan worden, bleken bepaalde plastics wel geschikt. Ook kunnen deze kunststoffen worden bewerkt met stollingsremmende middelen – zoals heparine. Daarnaast krijgen patiënten ook heparine preventief toegediend.
In 1971 promoveerde Ten Cate net als Kettenborg bij De Vries op onderzoek naar bloedplaatjes. Ten Cate isoleerde bloed- plaatjes uit vers afgenomen bloed en bouwde zijn eigen expe- rimenteel systeem om bloedplaatjesactiviteit te meten. Hij ge- bruikte daarvoor de nieuwste labtechnieken zoals gelchroma- tografie en elektronenmicroscopie die hij tijdens zijn stage bij O’Brien in het Engelse Portsmouth had leren toepassen.
In de jaren zeventig vestigde Ten Cate zijn aandacht op het standaardiseren van testen om bloedplaatjesuncties te meten – zoals bloedingstijdbepaling, aggregatie- en adhesietesten voor bloedplaatjes. Met deze testen werd onderzoek verricht naar het effect van aspirine bij postoperatieve trombose en
68


































































































   90   91   92   93   94