Page 40 - Geluk
P. 40
❦
Terugkomen van een bezoek aan de huidarts liep Ben tegen zijn drinkebroer op, die vergezeld van twee vriendinnen het plan had de bloemetjes buiten te zetten. “Julia, Margot, dit is Ben.” Alsof het zo gepland was stapten ze het eerste het beste etablissement binnen en zetten zich aan een tafeltje. Brian, altijd charmant in vrouwelijk gezelschap, vroeg wat ze wilden drinken en liep naar de bar.
Er kwam geen plichtpleging aan te pas toen Ben de meisjes met enige trots vertelde niet onbemiddeld te zijn. Ietwat gechoqueerd gniffelden ze “snoever” en “mafketel”. Terugkomend met vier volle glazen, zag Brian het ongemak. Hij kende Bens harkerige stokpaardje in situaties waar hij zich geen raad mee wist en reageerde snedig. “Inderdaad Ben is rijk. Stinkend.”
Die greep zijn kans.
“Kennen jullie de slogan ‘Goedhart, ijzersterk!’? Goedhart, Pieter Goedhart, dat was mij opa, de vader van mijn moeder. Een ondernemer in hart en nieren. Die heeft zich van kleine ijzerhandelaar tot notabel opgewerkt. Burgemeester, dokter, notaris, allen kwamen ze graag over de vloer bij de man die als eerste een auto en telefoon had. Hij liep nooit met zijn borst vooruit, maar genoot wel van het aanzien. Zijn vrouw heeft het nooit echt bij kunnen benen en hield zich immer wat schuchter op de achtergrond. Toen ik een jaar of acht was zijn ze kort na elkaar overleden. Hun drie kinderen moesten de erfenis, die aanzienlijk was, verdelen. Mijn moeder, zij kende haar broertjes van haver tot gort, heeft zich uit laten kopen, de teloorgang van het bedrijf aan hen tweeën overlatend.”
38