Page 15 - ANTILL DGB
P. 15

Literatuur                                  FOTO GAHETNA.NL  betrokken-
    15
                                                ‘Het is begrijpelijk dat de dichter de Hooiberg als een symbool van het Arubaanse volk wilde gebruiken, maar
                                                 doordat er geen dramatisch of verrassend element aanwezig is, vindt er ook geen poëtische vonk plaats’.
                                                      ventig van de vorige eeuw. Booi en Dijkhoff hebben zich wel hiermee beziggehouden. Hun  maatschappelijke heid werd in ‘Keho na kaminda’ (1975) resp. ‘Poesia te asta pa bo’ (deel I in 1976 en deel II in 1977) tot uiting gebracht. Al- thans gedeeltelijk. Zij hebben daarbij de eigentijdse Arubaanse situatie voor ogen gehad. In ‘Al- ma Sangrá’ is dit niet het geva
               Poëtisch debuut van Tico Croes




                                                      ten/ totdat de adem van de vrij- heid in onze longen zwemt). Werd het onrecht in gedicht 17 reeds benadrukt, in gedicht 20 wordt omtrent het ‘volk’ ook nog vastgesteld: ‘…ondanks een verleden vol lijden en vernede- ring blijft mijn volk je aanbid- den en beminnen’. Het lijkt als- of de ik had willen toegeven dat men op zijn eiland nog steeds de vroegere slaven







                                                      beelden aan elkaar geregen om het bewustwordingsproces als een gestage ontwikkeling te suggereren. Aan het eind wordt het enigszins poëtisch geformu- leerd (in vert.): ‘… nu besef ik dat het de roep van mijn volk is/ zonder dat ik/ de steen/ kon vinden/ bewaard in het mu-  seum/ van onze ziel’. In gedicht nummer 17 wordt gezinspeeld op de vroegere sla- vernij







    Donderdag 16 mei 2019                             objecten (hooiberg, etc.) komen als weinigzeggend over. Wat voor zeggingskracht ervaart men in een vers als ‘de Hooi- berg richtte zich op’, indien men weet dat die heuvel altijd en voortdurend al rechtop staat? Het is begrijpelijk dat de dichter dat beeld als een symbool van het Arubaanse volk wilde ge- bruiken, maar doordat er geen dramatisch of verassend el





    Antilliaans Dagblad                           De besproken bundel.  blijkt vooral uit het laatste ge- dicht), laat zijn bundel geen hecht gecomponeerd geheel  Er zijn in ‘Alma Sangrá’ gedich- ten die heel goed geslaagd zijn. Een voorbeeld hiervan is het ge- dicht dat met het woord ‘ayera’ begint (zie kader). Weer andere zijn minder goed geslaagd, van- wege een versleten taalgebruik of vanwege het feit dat de








                                  Tico Croes, 28 novem-  FOTO COSECHA   ARUBIANO  voerde. Wat heeft dit met ‘Alma Sangrá’ van doen? Hoe gaat Croes eigenlijk, stilistisch ge- sproken, te werk? Bij een eerste lezing valt het gelijk op dat een gedeelte van de poëzie van Croes veel weg heeft van die van Oduber. De gedichten hebben geen titels, de verzen zijn heel kort (vrije verzen, over het alge- meen bestaande uit

    Donderdag 16 mei 2019          ber 1955.                        als    functioneel  woesting,    Tico Croes rond 1976, zich bewust wordend van




                      bijvoorbeeld, Wim Rutgers en Aart Broek. In ‘Schrijven is zilver Spreken is goud’ (1994) van Rutgers komt de
                  In 1977 debuteerde Tico Croes met ‘Alma Sangrá’ (Bebloede Ziel) onder het pseudoniem ‘Tikoli’. Het is niet
    Antilliaans Dagblad      recht. Een van de meest voorko- mende woorden is ‘libertat’ (vrijheid). Al in het eerste ge- dicht wordt van ‘een vrije wereld’ gesproken. In het laat- ste gedicht komt de ik daarop terug en gebruikt voor het eerst de woorden ‘alma sangrá’. Nu spreekt hij de hoop uit dat ‘afro- dita’ (Griekse godin) de ‘wonde’ van zijn ‘bebloede ziel’ moge genezen en dat zij hem zou wil- len geven ‘he
                    bekend wat de reden zou kunnen zijn dat deze bundel niet besproken werd in de beschouwingen van,




                             werpen in poëzie te verwerken. Hij sprak daarbij van ‘kos di okashon’ (gelegenheidsperike- len). Daar trok Federico Odu- betrokken ber, die bij de oprichting van ‘Kambio’ nauw betrokken was, zich weinig van aan. In 1965 verscheen diens gedicht ‘cinco cantica di espada’ in het eerste nummer van ‘Kambio’ en in 1966 volgde zijn ‘si nos tabata salut’, waarin hij zich tot een ‘broeder’ ric




                        naam van Croes wel voor, doch er vindt geen bespreking plaats.   Indien we ons door Rutgers utgers komt er later willen laten gidsen, komt Croes wel op terug in zijn in zijn ‘Alma Sangrá’ als een ‘Balans’ uit 2017.  maatschappelijk Terwijl Rutgers dan dichter over. Rutgers: ,,Het zal enige aandacht be- duidelijk zijn dat Tico Croes’ poëtische debuut geheel past in de ideologische of, posit














      Literatuur          Door Henry Habibe  R  steedt aan ‘Alma Sangrá’ en aan Croes’ tweede bundel ‘Potret di un cara desconoci’ (2000), zwijgt Broek er in alle talen over. In zijn ‘De kleur van  mijn eiland’ (2006) wordt het werk van Tico Croes helemaal niet genoemd. Wat meer infor- matie over deze Arubaanse dichter vindt men echter bij An- ton Claassen en wel in diens ‘De navelstreng van mijn taal’  (1992).


    14                                                                ajera  pa tera  ta mishi  na tera   e biento  di tera
   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20