Page 85 - MIN JUS
P. 85

COMENTARIO DI HUES (NA HULANDES)


               Huez: “Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een poging tot moord op Bernadina
               door gericht en met een zeer destructief vuurwapen, te weten een shotgun, op hem te
               schieten. Er kan van geluk en een groot toeval worden gesproken dat Bernadina niet is
               geraakt. Poging tot moord wordt in ons strafrechtstelsel terecht beschouwd als een van de
               ernstigste misdrijven. Het handelen van verdachte getuigt van een volstrekte minachting
               van het recht op leven van die Bernadina. Bovendien versterkt een dergelijk gewelddadig
               optreden op straat de in de maatschappij levende gevoelens van onveiligheid. Een poging
               tot het nemen van een leven van een ander is een zo ernstig strafbaar feit en zo
               onaanvaardbaar dat daarop niet anders kan worden gereageerd dan met de oplegging van
               een langdurige gevangenisstraf. Het Gerecht merkt bij de straftoemeting als
               strafverzwarende omstandigheid aan dat de verdachte het feit heeft gepleegd ten tijde dat
               hij was aangesteld als politieambtenaar in overheidsdienst en dat hij, hoewel als zodanig
               niet als politieambtenaar handelend, door zijn gedrag ernstige schade heeft toegebracht
               aan de goede naam en het imago van het ambt van politie die juist tot taak heeft de
               veiligheid van de burgers te beschermen. Door zijn gedrag heeft de verdachte naar het
               oordeel van het Gerecht ervan blijk gegeven niet geschikt te zijn voor een functie als
               politieambtenaar. Het Gerecht ziet hierin aanleiding de verdachte te ontzetten van het
               recht het politieambt te bekleden een en ander zoals hierna nader zal worden aangegeven.
               Het Gerecht heeft bij de bepaling van de strafmaat anderzijds rekening gehouden met de
               omstandigheid dat Bernadina weliswaar doodsangst meet hebben uitgestaan, maar geen
               lichamelijk letsel heeft bekomen. Hiernaast heeft het Gerecht, in het belang van een
               consistente straftoemeting, bij het vaststellen van de strafmaat rekening gehouden met
               straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd en is mede gelet op het blanco
               strafblad van verdachte van oordeel dat aanleiding bestaat een lagere straf op te leggen
               dan door de officier van justitie is gevorderd.”
   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90