Page 15 - ANTILL DGB
P. 15
Opinie (2)
15
, juweeltjes?
Na final di kaminda (2011), het hier besproken boek.
Maandag 4 februari 2019 Op Curaçao is een school naar Pierre Lauffer vernoemd en op de muur is een gedicht van hem aangebracht. Kantika pa Bjentu (1964).
Antilliaans Dagblad te vinden. Een paar uitzonde- ring daargelaten. De grote verdienste van de Curaçaose dichter is dat hij in de loop van de jaren een ontwik- keling in de Papiamentstalige poëzie tot stand heeft gebracht die niemand anders op het ei- land heeft kunnen evenaren. Da
Maandag 4 februari 2019 tijd en wijle zijn woede in zijn poëzie. Zo schreef hij in ‘Mi te- ra’ (Kumbu), bijvoorbeeld (in vert): ‘…de vlammengolf van haat, gestookt door een stelletje onverlaten’. Het woord ‘sinbèrgwensa’ (schaamteloos iemand), dat in ‘Mi tera’ voorkwam, verschijnt weer in een gedi
De laatste acht gedichten, die Pierre Lauffer tegen het eind van zijn leven zou hebben geschreven, werden in 1979 in ‘Kristof’
Antilliaans Dagblad Laatste acht gedichten van Pierre Lauffer Het gedicht ‘Corsou’ bestaat uit zes strofen, waarbij elke stro- fe met ‘Caminda’ begint. Iets dergelijks zien we nu in Ge- dicht VIII gebeuren. Dit gedicht bestaat uit vijf strofen, waarvan de eerste vier met ‘Atrobe’ be- ginnen. De di
opgenomen. Ze verschenen in 2011 met hun respectievelijke vertaling in vier verschillende talen.
voelde oprechtheid ontvouwt. Met klem wordt daarin onder- streept dat zijn lied niet bedoeld was ‘om eenieder te behagen’. Hij zong opdat zijn ‘ziel zou ge- nieten van haar vrijheid, waar ze eenmaal niet buiten kan’. Deze gedachten of gevoelens vloeien (in het Papiaments!) aan de han
Hier de rest van de acht gedich- ten. Gedicht VII Weer een ander thema dat Lauf- fer vrij vroeg aankaartte is de huichelarij. Dit deed hij eerder reeds in ‘Mi ta cansá’ (Ik ben moe, ‘Patria’). Nadrukkelijk be- kent hij dat hij bij zijn dood niet graag huichelaars aan zijn graf ziet
Door Henry Habibe e titel van deze uitgave door de Fundashon Pier- re Lauffer is ‘Na final di kaminda’ D (Aan het einde van de rit) en werd ontleend aan Lauffers ge- dicht ‘Orashon di ansha’ (Ge- bed vol droefenis) uit ‘Lágrima i Sonrisa’,1973). In een inleiding gaf de toenmalige voorz
Opinie
14