Page 12 - ANTILLIAANSE DAGBLAD
P. 12

12                                                                                 Antilliaans Dagblad Dinsdag 21 februari 2017
  Curaçao

  Slavenkunst in Amsterdam                                                                               Advertentie





  Door Cees Luckhardt
  Amsterdam - De allernieuwste
  aanwinst van het Amsterdam
  Museum is een schilderij van
  Ken Doorson (Moengo, 1978):
  ‘Manumission Pauline’. Voor
  de in Paramaribo werkzame
  schilder Doorson is zijn
  afkomst - als nazaat van voorou-
  ders die tot slaaf gemaakt zijn -
  een belangrijk thema. Het schil-
  derij is onderdeel van een serie
  schilderijen die allemaal manu-
  missiebrieven als vertrekpunt
  hebben. Manumissiebrieven
  zijn bewijzen dat een tot slaaf
  gemaakte is vrijgekocht. Door-
  son kopieert de brief en schil-
  dert er een - fictief - portret bij.
  Fictief of niet, het portret geeft  Het bewust kunstwerk in het Amsterdam Museum.   FOTO CEES LUCKHARDT
  leven, een gezicht aan de naam
  en het document uit het verle-  vertelt. Het Amsterdam Mu-  slavernij geleden hebben. Jaco-  ren Hendrika Elisabeth Gassel
  den. Het zorgt ervoor dat de  seum is verguld met het schil-  ba Paulina Huizum (geboren in  en Magdalena Diana Gassel,
  beschouwer zich emotioneel  derij van Doorson en de moge-  1820), werd op 26 augustus  moeder en dochter. Jan trouwde
  betrokken kan voelen bij het  lijkheden die het geeft meer  1861 vrijgekocht door Jan Hout-  vervolgens Hendrika. Hij kocht
  stukje papier - in dit geval in de  over de slavernijgeschiedenis te  hakker. Deze man kocht, tussen  dus, hoogstwaarschijnlijk, eerst
  hand van Pauline - dat een deel  vertellen vanuit het perspectief  1849 en 1863, maar liefst 129  zijn eigen gezin vrij. Tot op
  van de slavernijgeschiedenis  van de mensen die onder de  slaven vrij. De eerste twee wa-  heden is (nog) onbekend hoe
                                                                         hij het geld bij elkaar bracht
                                  Advertentie                            voor al deze vrijkopingen. Hij
                                                                         was zelf ook een ex-slaaf. In
                                                                         1838 werd hij vrijgekocht. De
                                                                         mannen die hem vrijkochten
                                                                         waren Gregoris Carel de L’Isle,
                                                                         Nathaniel Vollenbeek en Johan-
                                                                         nes Zwiep. Die laatste twee
                                                                         waren op hun beurt vijf jaar
                                                                         eerder al vrijgekocht. Zwiep
                                                                         kocht tien mensen vrij, Vollen-
                                                                         beek twee. Houthakker spant de
                                                                         kroon met de tientallen mensen
                                                                         die hij vrijkocht. Waaronder
                                                                         Pauline, die nu van Ken Door-
                                                                         son een gezicht heeft gekregen.
                                                                         Bijzonder wrang is het feit dat
                                                                         nog geen twee jaar na het vrijk-
                                                                         open van Pauline, alle slaven in
                                                                         1863, zonder betaling, de vrij-
                                                                         heid ‘kregen’ van de Nederland-
                                                                         se overheid. De Surinaamse
                                                                         slaven kregen bij die ‘vrijheid’
                                                                         de opdracht opgelegd om nog
                                                                         tien jaar op de plantages te
                                                                         moeten blijven werken. Hier-
                                                                         door zien veel Surinamers het
                                                                         jaar 1874, tot op de dag van-
                                                                         daag, als het jaar van de afschaf-
                                                                         fing. Jan Houthakker wachtte
                                                                         niet af tot Nederland het voor-
                                                                         beeld van Engeland en Frank-
                                                                         rijk volgde om de slavernij af te
                                                                         schaffen, maar nam het heft in
                                                                         eigen handen om vele van zijn
                                                                         ex-lotgenoten te bevrijden.
                                                                           In Suriname was halverwege
                                                                         de 19e eeuw 65 procent van de
                                                                         mensen vrijgekocht middels
                                                                         manumissie. Door het promo-
                                                                         tieonderzoek ‘Jan Houthakker
                                                                         en zijn tijdgenoten’ van Ellen
                                                                         Neslo, ontwikkelt zich een beeld
                                                                         van een gekleurde ‘vrijgekochte’
                                                                         elite die in koloniaal Suriname
                                                                         ontstaat tussen 1800 en 1863.
                                                                         Beiden gegevens geven een
                                                                         ander beeld van de slavernij in
                                                                         Suriname.

                                                                         Tot en met 20 november is in het
                                                                         Amsterdam Museum nog de
                                                                         tentoonstelling Zwart Amsterdam
                                                                         te zien.
   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17