Page 169 - Dutch Ships in Tropical Waters
P. 169

. Also called spiauter and regularly mentioned in VOC-sources, most probably an alloy of pewter and lead . (NA .., Archief Geleijnessen de Jongh  ,p. ) \[eisen voor de retouren van  met een toelichting en toevoeging uit \] Den tintiago ofte Spiaulter die wij voor desen alhier hebben gehadt, alsoo niet bekendt was, is van hier weder tot ballast naer Indien gesonden om op de custe coromandel ofte in Japon vertiert te mo- gen worden naerderhandt alsoo een partye terugge hebben gecregen tot ballast in t' Schip Amsterdam soo is de selve nu onlanch hier verkocht.... Dit soude mede eene Courante Chinese waere zijn, om t'herwaerts seynden tot ballast onder grenier van de schepen gevoert te worden also dan geene plaetse altoos occuperen soude wij verstaen dat op de Custe coromandel & in Japon mede groote quantiteyt soude connen werden vercoght met redelyck profyt.. (Blussé, Opstall & Ts`Ao Yung-Ho , fol. r) Schreven niettemin een briefken aen de opperhoofden onser schepen in Pehouw, waerin haer advi- seerden dat  ghroot kisten met poeyersuycker naer ons vaderlandt per berckhout bequamen, welcke die van Sutphen hadden over te nemen ende ongestort, bequamelijck te bergen, waerneven sonden voor Suratte  canassers met alluyn, die wij recommendeerden in Schiedam te schepen, ende apart, behoorlijck wech te stouwen om na desen moeyte en spillinge voor te comen, miits dat staet gemaeckt wierden in aenstaende ongeveer  a  picols spiaulter te verwachten hadden, welck onder (tot ballast) soude werden gelecht. . Om den timmerluyden in Indien min werck te geven wenschen wij,dat UE. de verdubbelinge der schepen van de buytenste greene huyden gelieven noch eens soo dicht te laten spijckeren, als tot Amsterdam geschiet, waaruyt ongeloofflijck voordeel getrocken sal werden alsoo die huyden door het roest den worm soo weeren dattet een verwonderinge om te sien is. De heeren van Hoorn laeten dichter spijckeren als die van Amsterdam, daeraen het voordeel wert gespeurt, want de huyt door 't gemelte roest bijna onverganckelijcken wert, daerom dienen oock de spijckers niet langh, maer aen de hooffden dick te wesen ende selffs de hooffden mede grooter ende dicker als ordinaris. Tot Enckhuy- sen werden de boegen van de scheepen verdubbelt met eecke schuytenplancken, hetwelcke hout is dat wel buyge wil ende moy state ,maer het valt soo soet voor den worm, dattet ons hier veel werckx veroorsaackt; door 't eeckenhout can oock de roest sich niet soo verspreyen ende alsoo 't costelijcker valt als met greene deelen,soo bidden wij dat daertoe het greenen- voor het eeckehout, mits op 't dichtsts gespijckert sijnde, geprefereert werde . De timmeragie en reparatie aen scheepen in India cost de compa. groott geltt ende worden de schee- pen pricepal. de groote na behooren niet versien, t'is over sulcx gants noodich, alle swaere reparatie aen schepen soo veel doenel. geexcuseertt wordtt.... ende t'ordonneeren datt de costel. oorlogh- ende goede andre schepen op zijn oorboor ende ter behoorlijcker tijtt als retourschepen gebruijckt worden, gel. Ao.  mett Uttrecht geschiede. Cleene jachten moeten in India geholpen worden, dan connen eenighe jaren mett kiel haelen voor datt vertimmeringh vereischen, onderhouden worden, schuijts en boots dienen oock ter vaerte gesonden gelijck meede eenighe chaloepen voorde Cust Choromandel ende elders omme t'timmeren soo veel moogelijck in India t'excuseeren . During the whole period calamities with an immobilised crew occurred.. See: (Coolhaas , p. ) Als voorengemelt, arriveerden hier \[Ambon\] den en Januarij ao stanti \[\] de scheepen den Briel, Purmerent ende 't fregatt Suratte met seer debil volck, invoougen om 't schip te regeeren geen vijff gesonde persoonen overschooten. (NA .., VOC , fol. -v) Lourens Pitt van Paliacatte aan van Kittensteijn -- op  stanti (al niet meer verwacht door verlopen moesson) gearriveerd Reijger op  augustus in comp van de jachten Concordia, Avontsterre ende uijtgeest \[Utrecht\] en de fluytschepen Salm en Coninck van Polen van Gamron herwaerts vertrocken en omtrent de bay van Gale den  deser door een stormweder gesamentlijck van anckers gespilt... in  etmael dese rede bereickt De Reijger was seer desolaet gearriveert, swack van volck.. is nu versien van  Nederlantse soldaten van het guarnisoen en  inlantse bootgesellen. (NA .., VOC , fol. ) De fluit pellicaen is hier den en Mey wel onverwacht van sijn verloren reijse naer gale te rede geco- men, beladen met siecken, sulcx pas machtigh waren t schip te regeren,  der selver sijn hier aen- stonts in hospit=l gesonden waervan reede  personen sijn gestorven. . The galjoot Appelboom sailed to Asia with a crew of  of which  died (Coolhaas , p. ) . The retourschip Nieuw Delft (ID:arrived at the Sumatra coast with only  man who could do work on board. Notes  


































































































   167   168   169   170   171