Page 310 - Nicolaes Witsen & Shipbuilding in the Dutch Golden Age

Notes to Chapters 3, 4, and Appendix
relatively wide stern which took place during the 17th century” (personal com- munication, April 2009).
7. See also Jerzy Gawronski, “De Hollandia en De Amsterdam: Twee Schepen en Een Bedrijf: Materiële Cultuur en Organisatie VOC Amsterdam 1740–1750” (PhD diss., Leiden University, 1994).
8. For example, a kontwachter was a block through which the sheet of the spritsail passed; the literal translation of the term is “ass-watch.” A very protru- ding sail carried the name lul, a slang word for the male organ.
9. A comment about the size of these ships is in order. In the contract for the 225-last ship (136 I 15), the factor is 192 (L × W × D = 43,407 ÷ 225 = 192). As we saw in the section “Ship Measurement” in chapter 1, this is probably the factor for a fluyt. In the contract for the 164-foot ship (136 II 1) the number of lasts (135) is not proportionate to the length: the factor would total 821 here. Thus, one of the measurements is not correct—either the length is too great or the number of lasts is too small, or the ship was a man-of- warand had some additional loading capacity.
Chapter 4
1. A. J. Hoving and Alan A. Lemmers, In tekening gebracht: De achttiende- eeuwse scheepsbouwers en hun ontwerpmethoden (Amsterdam: Bataafsche Leeuw, 2001).
Appendix
1. John Carter, ABC for Book Collectors, 5th ed. (London: Hart-Davis, MacGib- bon, 1974), 204–25.
2. Nicolaes Witsen, Aeloude en Hedendaegsche Scheeps-bouw en Be-
stier . . . (1671; facsimile ed., Alphen aan de Rijn: Canaletto, 1979; facsimile repr., Franeker: Canaletto and Van Wijnen, 1994); Nicolaas Witsen, Architectura navalis et regimen nauticum ofte Aaloude en Hedendaagsche Scheeps-bouw en Bestier . . . (1690; facsimile ed., Amsterdam: Graphic, 1970).
3. These biographical details have been taken from Marion Peters, “Mer- cator Sapiens (De Wijze Koopman). Het wereldwijde onderzoek van Nicolaas Witsen (1641–1717), burgemeester en VOC bewindhebber van Amsterdam” (PhD diss., University of Groningen, 2008; a revised, published version is forthco- ming); J. F. Gebhard Jr., Het leven van Mr. Nicolaes Cornelisz. Witsen, 1641–1717, 2 vols. (Utrecht: Leeflang, 1881–82); and J. T. Bodel Nijenhuis, “Verspreide bij- zonderheden over Mr. Nicolaes Cornz. Witsen, burgemeester van Amsterdam,” Bijdragen voor Vaderlandsche Geschiedenis en Oudheidkunde 10 (1856): 1–31.
4. Nicolaes Witsen, “Aen de Lezer” (To the Reader), in Aeloude en Heden- daegsche Scheeps-bouw en Bestier . . . (Amsterdam: Casparus Commelijn, Broer and Jan Appelaer, 1671), [6]; and Nicolaas Witsen, “Aan de Lezer,” in Ar- chitectura navalis et regimen nauticum . . . (Amsterdam: Pieter and Joan Blaeu, 1690), [6].
5. Only a copy of his report has survived; it has been published as Nicolaas Witsen, Moscovische Reyse, 1664–1665, 3 vols., ed. J. G. Locher and P. de Buck, Werken uitgegeven door de Linschoten-Vereeniging, 66–68 (The Hague: Marti- nus Nijhoff, 1966–67).
6. Peters, “Mercator Sapiens,” 34 n. 135.
292