Page 64 - I am + | Editie 4
P. 64

De mentale gezondheid van kinderen en tieners met hiv
doorgemaakt voor hij of zij in het weeshuis kwam, en of er bijvoorbeeld sprake is geweest van ondervoeding of emotionele verwaarlozing. Bij adoptiekinderen uit de Verenigde Staten zit de moeder nogal eens in de gevangenis en dan is er wel een goed dossier.
Korte termijn
Adoptieouders zijn vooral bezig met het moment van adoptie. Als kinderen jong zijn, gaat vaak alles goed. Als kinderen iets ouder worden, wordt er meer van ze verwacht en dan komen er ook problemen aan het licht. Problemen ga je krijgen, die horen er gewoon bij. Men denkt er vaak niet over na hoe het zal zijn als het kind twaalf of achttien jaar is. Deze korte termijn horizon leidt ertoe dat er onverwachte dingen gebeuren die men niet van tevoren had bedacht.
Band met het kind
Vroeger waren artsen geneigd om uitsluitend aan de kant van de ouders te staan zonder daarbij goed te luisteren naar de kinderen. Tegenwoordig is dat anders. Ik ben er vooral op gericht om een goede band met het kind op te bouwen. Ik kies dan vaak de kant van het kind.
Eerder vertellen
Delen
Vaak werkt het goed om het aan het kind over
te laten of ie het met anderen wil delen. Voor kinderen is hiv vaak niet zo’n ding. Een jongen vertelde tijdens het gamen aan ’een vriend: ik heb hiv. De reactie was: goh, nou, zullen we nu verder gamen?
Zichzelf ontdekken
Het dagelijks innemen van hiv-pillen is voor
jonge kinderen meestal geen probleem. Maar dat verandert in de puberteit! Van twaalf tot vieren- twintig jaar gaan jongeren zichzelf ontdekken. Als adoptiekind met hiv krijg je te maken met veel onzekerheden: Waar kom ik vandaan? Wat is er met mijn ouders gebeurd? Zeker als men achttien tot twintig is, heeft men vaak een heel kwetsbare periode en zien we veel mentale gezondheids- problemen. Dat kan tot van alles leiden: uitval
op school, een geweldsdelict, problemen met acceptatie van hiv, de hiv-medicatie niet dagelijks innemen. Hiv heeft met je biologische ouders
te maken en is seksueel beladen. Dat maakt het bepaald niet makkelijker.
Afdeling voor volwassenen
En midden in die ontdekkingsperiode, als je achttien wordt, moet je in het Nederlandse zorgsysteem overgaan van de kinderpoli naar de afdeling voor volwassenen. Dat is heel vervelend. Daarom hebben we nu een transitiepoli voor adolescenten vanaf vijftien jaar.
Een heel kwetsbare periode
Vroeger vertelden we een kind vaak pas over hiv als hij of zij een tiener was. Tot die tijd hielden we dat geheim. Dat leidde er soms toe dat kinderen zich verraden voelden. Tegenwoordig vertellen we het veel eerder. Dat komt ook doordat adoptieou- ders meer geneigd zijn tot openheid en willen dat hun kind jong zelfstandig wordt. Het is gebruike- lijk om een kind van acht of negen jaar veel meer autonomie te geven dan vroeger: over hun ziekte, over hun verleden, over hun eigen lichaam, over hun bewustzijn. Maar deze kinderen hebben vaak best veel bagage. Voor ons is de vraag dan: wat heeft dit kind nu nodig?
64















































































   62   63   64   65   66