Page 13 - MEDIA MONITORING JULY 13, 2018
P. 13
12
Curaçao
OPINIE
Door Dick Drayer
Politieagent N.I.V.M wordt niet vervolgd voor de dood van de 44-jarige Heric Nicolaas Nazareno Ricardo. Omgekomen nadat hij op zijn vlucht in de rug wordt gescho- ten.
De persverklaringen van het Korps Politie Curaçao direct na het incident en de verklaring na het onderzoek van de landsre- cherche door het Openbaar Ministerie (OM), deze week, geven naar mijn mening aanlei- ding om vraagtekens te zetten bij de conclusies die het gezag trekt; er zijn nu meer vragen dan antwoorden.
Mijn analyse moet ik helaas baseren op bovenstaande docu- menten. Graag had ik het onderzoeksrapport van de landsrecherche zelf gebruikt. Maar het OM stelt dat het nooit en te nimmer gebruikelijk is om een rapport van een straf- rechtelijk onderzoek aan de pers te geven of in te laten zien. Mijn presentatie van de feiten kan daarom in detail afwijken van de daadwerkelijke omstan- digheden waarin het incident zich heeft afgespeeld.
En die leiden volgens het OM tot de conclusie dat de agent, die nog maar drie maanden in dienst was, juist heeft gehan- deld door op 14 maart in de gegeven omstandigheden zijn wapen te trekken en gericht te schieten op de verdachte, die daarbij het leven laat.
Drie kogels
Het is maandagochtend vroeg, 14 maart, als Ricardo zijn vier kratjes gestolen ‘energy drink’ mee wil nemen, maar geen vervoer heeft. Het is nog don- ker. Op de verlichte parkeer- plaats bij Campo Alegre heeft hij geluk. Daar staat een auto die gemakkelijk open te maken is. De gestolen waar gaat in de achterbak en Ricardo rijdt naar huis, naar Koraal Specht. Wat hij niet weet, is dat de auto van een politieman is. Aan de ande- re kant van Willemstad rijdt politieagent M. ook naar huis. Zijn dienst zit er op, het uni- form ligt in de kast, maar zijn dienstwapen heeft hij mee. Die heeft hij altijd bij zich. Je weet maar nooit. Ook z’n portofoon
Antilliaans Dagblad Vrijdag 13 juli 2018
is mee. Handig voor als je toch nog moet werken. Of dit stan- daard toebehoort aan de uit- rusting van een agent in burger, na diensttijd, wordt niet ver- meld in het Landsbesluit kle- ding, bewapening en overige uitrusting politie van 1978.
Dan spot hij een auto die lijkt op de auto van zijn collega, die eerder tijdens zijn nachtdienst was gestolen. M. meldt zijn vondst aan de meldkamer en vraagt om assistentie. Die vra- gen hem de auto te volgen en zijn veranderende locatie tij- dens de achtervolging door te geven. Het is op dat moment nog maar de vraag of Ricardo weet dat hij dor een agent wordt achtervolgd. Op de Bramendi- weg lukt het M. de wagen van zijn collega klem te rijden. Bei- de auto’s raken daarbij bescha- digd. Ricardo stapt uit de auto. Net als M. Even staan zij oog in oog met elkaar. M. schreeuwt dat zijn opponent moet liggen en waarschuwt dat hij zal schie- ten nadat Ricardo toch weer opstaat. Ricardo rent weg. Steeds verder. M. rent achter hem aan. Dan besluit de agent te schieten. Drie kogels doorbo- ren daarna het lichaam van Ricardo. Hij overlijdt ter plaatse.
Verklaringen
Diezelfde dag nog, komt de politie met een persbericht. Daarin staat dat Ricardo weg- rent nadat hij is aangereden, waarop de agent waarschuwingsschoten lost, zonder beoogd effect. Daarna schiet M. gericht en raakt het bovenlichaam van Ricardo. De auto wordt in beslag genomen, in de achterbak vindt de politie vier dozen energy drink.
De verklaring van het Open- baar Ministerie, drie maanden later, is gedetailleerder, maar roept meteen vragen op als die naast het persbericht van de politie wordt gelegd. Zo is er geen sprake van een ongeluk, maar komen beide auto’s op enig moment tot stilstand. M. geeft Ricardo meerdere keren het bevel te gaan liggen, maar telkens staat hij op. Het persbe- richt schrijft over waarschu- wingsschoten, de verklaring drie maanden later van het OM spreekt alleen over mondelinge waarschuwingen dat M. zal gaan schieten, als Ricardo blijft
Politieagent ontslagen van
Op maandag 14 maart schoot een politieman de 44-jarige Heric Nicolaas Nazareno Ricardo dood, die een auto van een collega-
eerste dat een agent een vuur- wapen mag gebruiken ‘om een persoon aan te houden ten aanzien van wie redelijkerwijs mag worden aangenomen dat hij een voor onmiddellijk ge- bruik gereed zijnde vuurwapen bij zich heeft en dit tegen perso- nen zal gebruiken.’ Daarvan was blijkens de verklaring van het OM geen sprake van. Zo er al een vuurwapen was, was die zeker niet klaar voor onmiddel- lijk gebruik.
Het vermeende wapen be- vond zich, zoals gezegd in een schoudertasje. De enige aanwij- zing die het OM heeft is ‘dat vuurwapens geregeld in tasjes worden bewaard en vervoerd soortgelijk aan het tasje van Ricardo.’ Ook wordt uit de ver- klaring van het OM niet duide- lijk dat Ricardo het vermeende wapen zou gaan gebruiken. Ricardo dreigt er niet mee, zegt ook niet dat hij gaat dreigen en als puntje bij het paaltje komt loopt hij zelfs weg. Hij grijpt dan volgens de lezing van het OM met twee handen naar het tasje, maar draait zich niet om. Hoe weet M. dat Ricardo naar het tasje greep? Heeft de agent dat gezien?
Als je met twee handen iets grijpt - zeker rennend - kan de tas onmogelijk achter je rug zijn en dus zichtbaar voor de agent. Hoe dreigend is die situatie, een wegrennende autodief die mo- gelijk grijpt naar een nog niet geconstateerd wapen, die zich niet omdraait om aan te leggen. Die alleen maar met zijn hoofd omkijkt, misschien wel om te zien of zijn vluchtplannetje slaagt.
Ernstige aantasting
Als er sprake is van een aanhou- ding, dan zegt de ambtelijke instructie dat schieten onder voorwaarden is toegestaan ‘in- dien een persoon zich aan zijn aanhouding, voorgeleiding of andere rechtmatige vrijheidsbe- neming tracht te onttrekken of heeft onttrokken’.
Een verdachte hoeft in ons strafrecht niet mee te werken aan zijn eigen veroordeling en mag in principe wegrennen. Schieten is alleen dan toege- staan als de wegloper ‘verdacht of veroordeeld is wegens het plegen van een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld, en een ernstige aantasting vormt van de lichamelijke integriteit of de persoonlijke levenssfeer, of als het wegrennen bedreigend voor de samenleving is of kan zijn’.
In het geval van Ricardo gaat het om autodiefstal. Daar staat inderdaad een maximumstraf van vier jaren op. In de praktijk wordt die straf niet gegeven. Maar de instructie zegt ook dat alleen een delict waar vier jaren voor staat niet genoeg is.
Het OM wil het rapport van het strafrechtelijk onderzoek niet vrijge- ven aan de pers. FOTO JEU OLIMPIO
agent had gestolen.
bewegen. Ook wordt niet duide- lijk of en hoe M. zich heeft geïdentificeerd. Hij is immers in burger en dan is dat ver- plicht. Hij moet dat ongevraagd doen, met zijn ID, tenzij de omstandigheden dat onmoge- lijk maken. Justitieminister Quincy Girigorie zegt daags na het incident tegen de Amigoe dat dat ook kan door te schreeu- wen, maar die stellingname vindt geen gevolg in artikel 5 van de ambtsinstructie van de politie.
Schoudertasje
Ricardo heeft in de verklaring van het OM ook een schouder- tasje bij zich. Een cruciaal gege- ven, zoals later blijkt. Daarin verbergen criminelen, volgens het OM, namelijk vaak hun wapen en blijkbaar denkt M. dat ook en denkt de agent dat daar een wapen in zit. Welke aanwij- zingen tot de conclusie leiden dat er in dit specifieke geval ook een wapen zit in het schouder- tasje, wordt niet duidelijk. Al- thans, niet anders dan het gege- ven dat criminelen daar vaak hun wapens in stoppen. Ricar- do grijpt meermalen naar het schoudertasje, zegt het OM. Dan waarschuwt de agent in burger dat hij gaat schieten als Ricardo niet ophoudt met bewe- gen. Plotseling begint Ricardo weg te rennen.
Op het moment dat Ricardo tijdens het rennen omkijkt en met beide handen naar zijn schoudertas grijpt, schiet M. zijn pistool leeg. Drie kogels raken het lichaam van Ricardo. Hij overlijdt als gevolg van hevig bloedverlies. Wat volgt in de verklaring van het OM is de conclusie dat M. ‘juist heeft gehandeld door tijdens de achtervolging constant om assistentie te vragen en zijn locatie door te geven. Ook heeft hij zich via de portofoon laten adviseren door de centrale meldkamer en andere ervaren politiemensen. Toen de agent ongewild oog in oog stond met Ricardo die zijn bevelen niet opvolgde, en onvoorspelbaar en bedreigend gedrag vertoonde, heeft de agent juist gehandeld door zijn wapen te trekken en
FOTO EXTRA
meerdere waarschuwingen te geven. De ervaring heeft geleerd dat vuurwapens geregeld in tasjes worden bewaard en ver- voerd soortgelijk aan het tasje van Ricardo. Onder al deze omstandigheden is geoorloofd geweest dat de agent heeft ge- schoten op het moment dat Ricardo met beide handen naar zijn tasje greep.’
Schietend rennen
De landsrecherche heeft ook kritiek op de schietende agent. Die deed dat namelijk al ren- nend en schoot daarbij meer- malen. Een onjuiste keuze, zegt het OM. Maar wat dan onjuist is, blijft in het midden. Ren- nen? Schietend rennen? Meer- malen schietend rennen?
Het OM beëindigt het relaas met een opvallende conclusie: Zij gaan ‘er echter vanuit dat de agent op deze wijze heeft ge- handeld vanwege de grote druk en spanning waar hij op dat moment onder stond, gecreëerd door het gedrag van Ricardo.’
Want dat is nou juist waarom een opgeleide politieagent wel een wapen heeft en ik niet: hem is geleerd om onder dit soort omstandigheden de grote druk en spanning te weerstaan.
Het verhaal rammelt. Is er uiteindelijk een wapen gevon- den? Waarom was het gedrag van Ricardo bedreigend? Waar- om grijpt iemand naar een vermeend wapen, als hij weg- loopt? Waarom is iemand be- dreigend als hij wegloopt? Wat houdt het bedreigende gedrag van Ricardo in? De kogels zaten in zijn rug, hoe bedreigend is het als een verdachte autodief met beide handen al rennend zijn schoudertasje grijpt, zich niet omdraait, maar wel om- kijkt, maar daarbij geen wapen trekt....?
Onmiddellijk gebruik
Nog interessanter worden de conclusies als die langs de maat van de schietinstructie* worden gelegd. Die is in 2010 ontwor- pen en grotendeels ontleend aan de instructie zoals die in Nederland geldt voor o.a. het gebruik van schietgeweld door politiemensen. Daarin staat als