Page 12 - De ezel en de klaproos 2017
P. 12

De ivoren klomp
Er drijft een ivoorkleurige houten klomp op het water. Het is een reusachtig gevaarte en qua grootte zou je hem kunnen vergelijken met een stoomboot of een oceaanreus.
Aan de achterkant van deze klomp loopt een touw naar beneden waaraan een heleboel klompjes in verschillende formaten zijn vastgemaakt.
Aan dit touw zitten allerlei gekleurde strikken, van bovenaf naar beneden toe zie ik ze in de kleuren paars, blauw, groen, geel, oranje en rood.
En de ivoren klomp vaart aan top en neemt de kleine klompjes op sleeptouw achter zich aan.
Wanneer ik goed naar die kleine dobberende klompjes kijk, zie ik dat er allemaal kaboutertjes in zitten. In één van de klompjes zit er eentje die heel relaxed achterover leunt. In een ander is een kaboutertje, met een bezempje in zijn hand, verwoed bezig zijn klompje schoon te boenen en te schrobben.
Er is een kabouter te zien die de krant leest, vliegensvlug gaat hij met zijn ogen over de koppen van de artikelen en ik krijg de indruk dat hij zich op die manier een mening probeert te vormen om deze later rond te kunnen bazuinen.
In nog weer een ander klompje zit een kaboutervrouwtje met twee kabouterkindertjes. Het vrouwtje oogt heel bezorgd naar de kleintjes, want ze heeft haar armen beschermend om hen heen gelegd.
De kinderen zitten stijf naast elkaar en ik voel daarbij dat ze zich niet mogen bewegen omdat het vrouwtje bang is dat ze anders overboord zullen slaan.
Dan wordt het beeld onrustig en het water waarop de klompjes drijven wordt onstuimig.
Er komen golven met witte schuimkoppen omhoog, waardoor de kleine klompjes over het water dansen en soms bijna dreigen om te slaan.
Maar de grote klomp voorop vaart rustig door en het lijkt wel alsof hij helemaal niet in de gaten heeft dat de klompjes, die hij op sleeptouw heeft, in moeilijkheden komen.
Nu zie ik in deze grote klomp de Leraar aan het roer staan.
Hij toont zich als een kolossale gestalte die hoog boven de klomp uittorent.
Als ik naar het hele plaatje kijk zie ik dat het water rondom de grote klomp eigenlijk heel rustig is, maar dat deze, door de vaart die hij heeft, het water hoog doet opspatten, waardoor de kleine klompjes achter hem in de problemen komen.
90


































































































   10   11   12   13   14