Page 9 - Blauwe stem proef
P. 9

de scherpe woorden van Luuk, de drukte van de dag, alles trok
even aan haar terug, alsof de kleine wereld haar niet zomaar
wilde laten gaan.
Hoofdstuk 5
Op een zaterdagmiddag spraken Elin en Noor af om samen
naar het meer buiten het dorp te fietsen. Het pad slingerde
door de velden en langs oude knotwilgen. Ze trapten niet hard,
het was meer kletsen en lachen dan echt fietsen.
Bij het meer gingen ze op de steiger zitten, hun voeten bunge-
lend boven het water. Noor gooide een steentje en keek naar
de kringen die zich langzaam uitbreidden. Even zweeg ze, alsof
ze iets afwoog.
“Elin,” begon ze aarzelend, “ik moet je iets vertellen. Maar je
moet beloven dat je me niet raar vindt.”
Elin draaide zich naar haar toe. “Ik vind jou nooit raar.”
Noor lachte kort, maar haar blik bleef serieus. “Ik denk dat ik
verliefd ben… maar niet op een jongen.” Ze wachtte een mo-
ment en zei toen zacht: “Het is een meisje. Of eigenlijk… een
vrouw.” Elin liet het bezinken.
Er ging geen schok door haar heen, eerder een warme nieuws-
gierigheid. “En?” zei ze voorzichtig. “Hoe voelt dat?”
Noor zuchtte, keek even weg en haalde haar schouders op.
“Heel fijn en heel eng tegelijk. Alsof ik iets heb ontdekt wat
klopt, maar wat niemand mag weten. En tegelijk weet ik niet
eens zeker of dit betekent dat ik alleen op vrouwen val, of
misschien ook wel op jongens. Soms voelt het alsof ik gewoon
middenin een vraag zit.”
Elin glimlachte en gaf haar zacht een duwtje met haar schouder.
“Nou, vragen zijn toch niet erg? Jij mag toch zelf ontdekken






































































   7   8   9   10   11