Page 17 - Blauwe stem proef
P. 17
woorden. Als Noor naar een therapeut ging om te praten over
haar twijfel, zou zij dat dan ook moeten doen? Want wie moest
zij vertellen dat er een stem was die haar riep? En dat ze soms
bang was dat die stem niet iets bijzonders was, maar een teken
dat er iets mis met haar was?
Maar terwijl ze daar lag, met haar ogen gesloten, voelde ze
ook hoe diezelfde stem haar adem vulde. Niet dwingend, niet
angstig, maar zacht en dragend, alsof er een bodem onder haar
lag die haar niet kon laten vallen. Hoe groot de twijfel ook was,
ergens diep vanbinnen wist ze dat deze stem haar ook kracht
gaf.
Hoofdstuk 10
De volgende dagen leken gewoon, maar voor Elin voelde het
anders. In de lessen zat ze stil, maakte haar aantekeningen, maar
haar gedachten dwaalden telkens af. Het geroezemoes in de
klas, het krassen van pennen, het lachen in de pauze, het leek
verder van haar af te staan dan ooit.
Ze betrapte zichzelf erop dat ze steeds kleine achtjes tekende
in de kantlijn van haar schrift. Steeds dezelfde beweging, alsof
haar hand iets wist wat haar hoofd nog niet kon volgen. Zodra
ze het merkte, sloot ze het schrift snel, alsof ze bang was dat
iemand het zou zien.
In de pauze zat ze met Noor op de rand van het schoolplein.
Noor vertelde over een boek dat ze las, maar viel plots stil.
“Elin, je kijkt alsof je ergens anders bent.”
Elin haalde haar schouders op. “Misschien ben ik dat ook wel.”
Noor keek haar aan, niet vragend, niet afwijzend, alleen aan-
wezig. En juist die blik maakte dat Elin de onrust die in haar
borrelde niet helemaal weg kon stoppen.

