Page 113 - BOEK SELG.indb

Boek 1 ■ Kindertijd en adolescentiejaren [1861–1879] 3
De schooljaren in Wiener Neustadt
Rudolf Steiners schoolloopbaan en zijn levensweg leidden hem in de herfst van 1872 naar Wiener Neustadt waar hij met het oog op een toekomst als spoorwegingenieur door zijn vader naar een school voor voortgezet onderwijs werd gestuurd. Op 28 september slaagde het inmiddels elfjarige kind voor het
toelatingsexamen van het voorbereidend beroepsonderwijs, de zogenaamde “burgerschool”. Hier werden de uitstekende tekeningen die hij maakte hoger gewaardeerd dan zijn zwakke schoolprestaties. Rudolf Steiner voegde zich
voor wat betreft zijn toekomstige loopbaan volledig naar de opleidings- en be- roepswensen van zijn vader.
‘De gebeurtenissen die op gang werden gebracht met het oog op de toe- komst van mijn leven voltrokken zich met mij zonder dat ik er een die- pergaande interesse voor had. Op die leeftijd liet het mij onverschillig wat voor soort “aanstelling” die ik later zou krijgen. En ook of ik naar het be- roepsonderwijs, de middelbare school, of het gymnasium zou gaan. Door wat ik om mij heen had waargenomen en door waar ik nadenkend mee bezig was geweest, had ik in mijn ziel onbestemde maar brandende vra- gen over het leven en de wereld. Ik wilde om die te kunnen beantwoor- den iets leren en het kon mij weinig schelen met behulp van welke schoolsoort dat zou moeten gebeuren.’ 110
Het slagen van de zoon van de stationschef voor het toelatingsexamen van de burgerschool voor voorbereidend beroepsonderwijs in Wiener Neustadt, was een gebeurtenis in het kleine Neudörfl. Op de “boerenschool” van Neudörfl was het gebruikelijk om in een klaslokaal vijf jaargangen jongens en meisjes gezamenlijk en gelijktijdig te onderwijzen. Een situatie zoals die op vele landelijke dorpsscholen in die tijd heel gewoon was en de kwaliteit van het onderwijs en de pedagogische begeleiding niet ten goede kwam. Des te groter was het enthousiasme in Neudörfl toen Rudolf Steiner voor zijn toelatingsexamen slaagde.
110 Rudolf Steiner: Mein Lebensgang. [GA 28]o, p. 32. Ned. uitg. , p. 37. 113