Page 116 - BOEK SELG.indb

Rudolf Steiner — Leven en Werk ǁ Band I
In zijn “Sprookje van het bronnenwonder” schreef Rudolf Steiner over een “jongenszienersblik”.114 De schets van Ita Wegman laat vermoeden dat hij
in zijn late kinderjaren en vroege jeugd, nog steeds [zoals eerder in Pott- schach] in verschillende bewustzijnssferen leefde zonder daarbij de indruk- ken die hij had volkomen te kunnen begrijpen.
Eenzaamheid, doorzettingsvermogen en een bijzondere gesteldheid
Gedurende de eerste tijd nam Rudolf Steiner tusssen zijn medeleerlingen in Wiener Neustadt een tamelijk afgezonderde positie in. Na afloop van de les- sen ontbrak het hem aan tijd om met medeleerlingen iets af te spreken. Hij kwam van buiten de stad en had de langste weg naar school. Meestal moest hij haastig terug naar Neudörfl. Daarbij kwam nog dat hij een ander inner- lijk leven had dan zij. Hij las meer en intensiever, en deed nauwelijks mee als er door zijn klasgenoten geintjes uitgehaald werden. Hij stond geheel
op zichzelf. Een klasgenoot herinnerde zich:
‘Steiner was [...] onder zijn medeleerlingen een opvallende verschijning; tamelijk lang en slank, lange zwarte haren [...] een hoog voorhoofd waar- onder een paar grote donkere ogen levendig de wereld inkeken. Hij sleep- te steeds een grote grijze handkoffer met zich mee, waarin behalve school- spullen, boeken en schriften zaten voor in de middagpauzes. Want bij hem bleef er geen minuut onbenut.’ 115
Op voorspraak van zijn vader kreeg Rudolf Steiner toestemming om na af- loop van de schooldag in een leegstaande treinwagon te gaan zitten om te lezen totdat de trein naar Pottschach vertrok. Het grootste deel van de week was hij pas om zes uur weer thuis; gedeeltelijk in het donker als het winter was. En na de broodmaaltijd was er dan meestal nog een hoop huiswerk te doen.
In Wiener Neustadt at hij tussen de middag bij de familie Lackinger. Frau Lackinger was een kennis van zijn moeder en had spontaan haar gast-
114 Rudolf Steiner: ‘Fünftes Bild: Eine Landschaft’ in ‘Die Prüfung der Seele – Szenisches Lebensbild als Nachspiel zur “Pforte der Einweihung”. In: Vier
Mysteriendramen. [GA 14]o, p. 198. Ned.uitg. Bd. I, p. 210.
115 Wolfgang G. Vögele: Der Andere Rudolf Steiner. Dornach: Futurum Verlag 2005, p. 14.
116