Page 72 - BOEK SELG.indb
P. 72
Rudolf Steiner — Leven en Werk ǁ Band I
tel, maar verhuisde wel in zijn richting. In de zo- mer van 1862 werd Johann Steiner overgeplaatst van Donji Kraljevec naar het 250 km noor- delijker gelegen Mödling, een voorstadje van
Wenen. Al in 1841 werd Mödling aangesloten op het zuidelijke spoorwegnet als onderdeel van het dubbelspoor van Wenen naar Wiener Neu- stadt en in de herfst van datzelfde jaar breidde zich de lijn uit naar Gloggnitz. Van hieruit legde men vervolgens in de vijftiger jaren de beroem- de Semmeringbahn aan die over de 1000 meter hoge Semmering-Pass leidde.
Na een half jaar dienst op het station van Möd- ling werd Rudolf Steiners vader overgeplaatst naar Pottschach aan de spoorlijn naar Goggnitz. En zo betrok de familie Steiner begin 1863 in Pottschach opnieuw een stationsgebouw dat ver buiten het dorp gelegen was. Ook hier weer was het spoorwegbedrijf bepalend voor de atmos- feer waarin kind en ouders leefden. Over de om- standigheden in Pottschach schreef Johannes Hemleben:
‘Het binnenkomen en vertrekken van de treinen, het rinkelen van de sig- nalen en het mechanische ratelen van de telex bepaalden er de leefatmos- feer en het verloop van de dag.’ 26
Het treinverkeer in Pottschach was vergeleken met Kraljevec weliswaar in- tensiever, maar toch nog bescheiden genoeg om ruimte te laten voor enige stilte en beschouwelijkheid. Omgeven door een harmonisch landschappe- lijk gebied van indrukwekkende proporties, zou Rudolf Steiner in hier be- langrijke kinderjaren doorbrengen.
Pottschach en de gebieden eromheen waren al in de vroege steentijd be- woond geweest.27 Later kwamen er de Illyrieërs en ook de Slaven. De naam
26 Johannes Hemleben: Rudolf Steiner. Reinbek: Rowohlt Verlag 1963, p. 10.
27 Karl Heissenberger: Die Geschichte von Pottschach und seiner Umgebung.
72
Mödling
Wiener-Neustadt Pottschach
Semmering