Page 34 - 2002-2
P. 34
De kinderen
van groep 4 hebben
in groepjes een eigen sprookje bedacht.
Als ik eens op een bezemsteel kon vliegen, dan zou ik
naar het sprookjesbos in Amerika vliegen.
lk ga dan naar de speeltuin in het sprookjesbos.
lk ga van de grote glijbaan glijden.
Daarna ga ik een prinses in een a,vaan betoveren.
De zwaan gaat naar de rivier toe.
De zwaan komt een prins tegen.
De prins geeft de arvaan een kus.
De zwaan wordt weer een prinses.
De prins gaat later met de prinses trouwen.
Ze gaan in een heel groot kasteel wonen in Amerika.
Ze leefden nog lang en gelukkig.
Astrid, Jouke, Matthijs en Jiske.
Als ik eens een toverkoffertje had,
dan zou ik er toverpoeder en een toverstok instoppen.
lk ga op reis met de toverkoffer.
lk kom een moeder tegen die huilt.
Ze is haar dochtertje kwijt.
lk vraag: waar heb je haar het laatst gezien?
We gingen een ijsje kopen bij de speeltuin toen
' opeens was ze weg.
lk pakte mijn toverstafe uit de kotfer en zei de spreuk
Sim-sa-la-bim
ik hoop dat het kindje gauw weer terug komt bij jou.
Opeens stond het meisje weer bij ons.
De mevrouw zei; hoe kunnen we je ooit bedanken.
We gingen toen samen ijs eten.
Enryin, Tim en Sabine.
34,