Page 46 - 2020-2021 cursus VPK hemodynamische definitief
P. 46

Bij  een  spuitpomp  kan  je  altijd  een  bolusinjectie  geven  door  de  bolusfunctie  in  te  schakelen  en  de
               gewenste hoeveelheid in te geven.

               Er is een alarm voorzien dat kan waarschuwen bij een occlusie en tevens bij een plotse drukval. Dit kan
               voorkomen als bijvoorbeeld de verlengleiding losgekomen is en de zorgvrager zijn medicatie niet meer
               toegediend krijgt.


               In bijlage op pagina’s 195-203 zijn de handleidingen van de volumetrische pompen en de spuitdrijvers
               van de firma’s Alaris™ en Braun™ te vinden.


                Belangrijke verpleegkundige aandachtpunten:
                    •   Vóór de manipulatie aan een infuuspomp of spuitdrijver wordt de driewegkraan bij de
                        zorgvrager ALTIJD gesloten richting zorgvrager.
                    •   Na  de  manipulatie  aan  de  pomp  (bv.  spuitwissel)  wordt  de  overdruk  in  de  leiding
                        opgeheven  alvorens  de  kraan  terug  geopend  wordt  (leiding  even  losdraaien  zonder
                        volledige deconnectie) en druppel laten vallen op een steriele kompres doordrongen met
                        alcohol 70%.
                    •   De infusiesnelheid goed controleren alvorens de toediening te (her)starten. Op die manier
                        ontstaan er geen vergissingen in decimalen, eenheden of tientallen.


               Algemene begrippen en aandachtspunten
                   •   Occlusiebeveiliging en alarm
                   De tijd tussen occlusie en alarm is in functie van:
                          o  Soort materiaal van de infuuslijn. Een zachte infusieleiding zet uit!
                              Op de spuitdrijvers wordt altijd een harde infusielijn geplaatst omdat de
                              infusiesnelheid heel laag is . Dankzij de harde infusielijn zal de vloeistof onmiddellijk
                              bij de patiënt aankomen en niet eerst de lijn laten uitzetten.
                          o  Lengte van de infusielijn. Lange leidingen moeten altijd vermeden worden!
                          o  Ingestelde  infuussnelheid.  Bij  een  trage  infusiesnelheid  duurt  het  lang  voor  er  een
                              occlusiealarm is, bijvoorbeeld als er vergeten wordt de kraan open te zetten.
                          o  Ingestelde occlusiedruk-alarmgrens.
                              Dit  is  de  maximale  druk  die  de  pomp  ontwikkelt  om  een  flow  weerstand  te
                              overbruggen (het is belangrijk tijdig een occlusie op te sporen, door de alarmgrens niet
                              te                               hoog                                zetten).
                              Bij occlusie is er een  drukstijging in infusielijn. Het is belangrijk de  druk op te
                              heffen in de infusielijn door de leiding even los te draaien alvorens de occlusie op
                              te  heffen!  Wordt  dit  niet  gedaan  kan  er  een  levensbedreigende  flush  gegeven
                              worden, zoals bij noradrenaline waardoor een fenomenale hypertensie kan ontstaan.
                   •   Bolusinjectie
                          o  Kan onbedoeld gebeuren bij het wisselen van spuiten in spuitdrijver. Daarom:
                                 ▪   Kraan eerst dichtzetten
                                 ▪   Spuit veranderen
                                 ▪   Connectie  licht  losdraaien  vooraleer  de  kraan  te  openen  op  een  steriele
                                     kompres doordrongen met alcohol 70%.
                          o  Een therapeutische bolusinjectie van analgesie of sedatie van bijvoorbeeld 1 ml met een
                              spuitdrijver wordt gegeven door de bolusfunctie op te roepen en dan manueel 1 ml toe
                              te dienen ofwel bevestigen dat je de geselecteerde dosis geeft.


                   •   Rate: infuussnelheid instellen.
   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51