Page 60 - 2020-2021 cursus VPK hemodynamische definitief
P. 60
Figuur 45: Correlatie tussen PP en RR-interval (Jones, 2010)
• Indien op beide bovenstaande vragen het antwoord JA is dan vertrekt de depolarisatie vanuit
de sinusknoop met een normale geleiding over de atria en geleiding over de AV-knoop en de
bundel van His. Dit wordt een sinusaal hartritme genoemd.
• Als het PR-interval verlengd is en het QRS is normaal (<0,10 seconden) is er een vertraging in
de prikkelgeleiding en spreken we van een eerste graad AV-blok (geleidingsstoornis).
3.4.2. Opmerkingen bij het ECG strook analyse
• Als de P-toppen abnormaal zijn of er zijn meerdere P toppen voor één QRS complex is er sprake
van een supraventriculaire of atriale ritmestoornissen.
o Wat zijn de kenmerken van:
▪ Voorkamerfibrillatie (VKF)?
▪ Voorkamerflutter (VKFL)?
▪ Supraventriculaire extrasystole (SVES) of premature atriale complexen?
• Ventrikeltachycardie, Torsade de pointes, ventrikelfibrillatie en asystolie zijn
levensbedreigende ritmestoornissen. Dit zijn URGENTE-situaties waar snelle herkenning en
gepast reageren essentieel zijn voor de overleving van de zorgvrager.
• Bij extrasystolen of premature complex komt de P-top of het QRS-complex altijd te vroeg:
o Bij een supraventriculaire extrasystole (SVES) zal het QRS normaal zijn (< 0,10
seconden).
o Bij een ventriculaire extrasystole (VES) zal het QRS verbreed zijn (> 0,10 seconden).
• Escape ritmes of slagen komen altijd te laat.
3.4.3. Hartritmes herkennen
Hoofdstuk 5 bespreekt de verschillende ritmestroken. Deze ritmestroken worden in een begeleidende
multimediabestanden toegelicht.