Page 29 - OH15
P. 29
'Uitgedaagd door supertoffe techniek.'
Adriaan Bos (41), automation specialist bij APM Terminals Maasvlakte ll
''Na twintig jaar in het helikopteronderhoud te hebben gezeten bij de luchtmacht, was ik toe aan iets anders. Bij APM wordt gebruikgemaakt van supertoffe techniek. Daar lag, en ligt nog steeds, een mooie uitdaging
voor mij.
Bij de luchtmacht was -in mijn rol- expertise van elektronica vereist, bij APM geldt dat voor software.
De kranen zijn er bijna robots. De stackkranen draaien zelfs volledig autonoom. De besturing van de tien diepzeekranen is een samenspel van mensenhanden en automatisering. Sensoren houden de boel draaiende bij APM. De aansturing van al die software, dat is mijn job, en dat van een vijftal directe collega’s. In feite ben ik voortdurend codes aan het doornemen. Om de software bij te houden en om de software waar mogelijk te verbeteren. Er valt in een ultramodern bedrijf als APM zeker nog wat te ontwikkelen. Het gebeurt -gelukkig- niet vaak, maar onderweg kan een schip averij oplopen, waardoor containers beschadigen. Als een hoek van
een container is gebutst, dan kan het voorkomen dat de kraan hem niet beet kan pakken. Dat soort mankementen proberen we met software op te lossen.
De meeste werkzaamheden kan ik vanuit huis doen. Thuiswerken doe ik meestal maar één dag in de week. Ik verkies de haven boven thuis. Het uitzicht op al die bewegingen, dat heb ik in Capelle aan den IJssel niet.
Ik vind de haven een heel prettige werkomgeving. In de haven kun je jezelf zijn. Of ik onder de havenarbeiders de nerd ben? Misschien wel, software klinkt nu eenmaal heel stoffig, maar als dat al zo is dan dat laten ze me dat niet merken. Het is ook niet zo dat ik nooit buiten kom. Je moet de kranen fysiek begrijpen om dit werk
te kunnen doen. Het verschil tussen de overheid en
het bedrijfsleven is minder groot dan je denkt. De doelen zijn anders. Bij Defensie wordt de winst niet
in geld uitgedrukt maar in veiligheid, daar gaat het
in eerste instantie om het beschermen van burgers. Organisatorisch is er weinig verschil. Het voelde voor mij in elk geval niet als een megastap. Of deze baan mijn eindstation is? Het zou zomaar kunnen. Ik heb het ontzettend naar mijn zin. Vijftien jaar geleden, in de periode dat ik nog bij de luchtmacht werkzaam was, zijn we vanuit het midden in het land naar de regio Rotterdam verhuisd. We hebben een tijdje aan de Maas gewoond. Al die schepen die voorbijtrokken, dat was al een machtig gezicht. Wat je op de Maas ziet, is slechts een fractie van wat je in de haven ziet. Je blijft er je ogen uitkijken, zo’n fascinerende wereld.”
ONZE HAVEN • 29