Page 9 - Demo
P. 9

pagina 7
Vaardigheden behalen
in de roeiwereld (én in kanoland?)
Iemand vertelde dit voorjaar over zijn erva- ring met de deelname aan een examen voor zeevaardigheid. Het examen werd tijdens een weekend gehouden vanaf een Waddeneiland. Dat maakt het extra leuk, al kost de oversteek met de veerboot natuurlijk wel wat. Kortom een weekend waarvan je hooggespannen verwach- tingen hebt. En dan komt de anticlimax: het ex- amen gaat niet door, want de zee is te tam. Te- leurstelling alom, want op korte termijn is er geen herkansing.
Denkend aan mijn roeivereniging besefte ik dat het daar anders is georganiseerd. Zou dit in de kanowereld ook niet kunnen? Het is iets om te overwegen.
De aanpak in de roeivereniging
Bij een der roeiverenigingen in Rotterdam wordt permanent geroeid op groot water met drukke beroepsvaart. Daar gaat geen roeiboot zonder stuurbevoegde het water op. Elke roei- boot van de vereniging staat onder leiding van een door de vereniging benoemde stuur- bevoegde. Voordat je die stuurbevoegdheid verwerft, moet je voldoende ervaring hebben. Dat verkrijg je door allereerst een paar jaar lid te zijn en geregeld te roeien. Pas daarna kun je de stuurinstructie volgen: een jaar lang elke zaterdag drie uur varen met stroming, getij, drukke scheepvaart, weer en wind. Alleen bij vorst, storm en vakantie wordt er niet gevaren. Zodoende stuurt in dat jaar iedere kandidaat ruim 40 keer een boot. Meerdere instructeurs doen mee en geven om de week instructie, zo- dat elke deelnemer gaandeweg het jaar door iedere instructeur ruimschoots in elke situatie kan worden beoordeeld. Alle denkbare situ- aties komen in de loop van het jaar wel voor en zo wordt de vereiste stuurervaring opge- bouwd. De instructeurs bespreken met elkaar de vorderingen van de stuurlieden. Zijn de me- ningen eensluidend dat iemand het sturen on- der alle omstandigheden goed doet, dan krijgt die persoon een aantekening op z'n lidmaat- schapskaart en is vanaf dat moment stuurbe- voegd.
Kenmerkend: géén examens op één moment, niet afhankelijk van het weer, niet afhankelijk van de omstandigheid dat er voldoende druk- ke scheepvaart is. Nee, simpelweg gedurende een aantal vaartochten onder alle omstandig- heden aantonen dat je het kunt. Dán krijg je je aantekening.
In de roeibond heeft deze vereniging naam als opleider voor stuurlieden op grootwater met beroepsvaart. Geen andere roeivereni- ging geeft zo'n cursus. De instructeurs van de roeivereniging zijn op hun beurt opgeleid door hun voorgangers en er komt geen bondscer- tificaat aan te pas. Naast de contributie van de roeivereniging kost het deelnemen aan de stuurinstructie voor de leden niets! En de in- structeurs krijgen geen vergoeding voor het geven van instructie: het is verenigingswerk dóór leden, vóór leden.
Vertaal dit naar kanoland
Wie aan cursussen en tochten op grootwater meedoet, doet al gauw een jaar lang mee. In dat jaar komen alle weersomstandigheden wel voor. De vaarleiders en instructeurs zien hoe de deelnemers meedoen, technieken en red- dingen beheersen en hun materiaal op orde hebben. Stel dat de tochtleiders afturven wel- ke deelnemers het goed doen. Wie het dan na meerdere tochten keer op keer goed doet, heeft die dan niet bewezen de vereiste vaardig- heden te beheersen ? Een examen is een mo- mentopname terwijl deelnemers beoordelen aan de hand van meerdere tochten betekent dat je tijdens het beleven van je kanohobby gaandeweg het papiertje verwerft. Uiteindelijk is dat toch bedoeld als bewijs dat je voldoen- de vaardigheid hebt om aan een tocht mee te kunnen doen.
Het is natuurlijk niet zo simpel om de huidige wijze van examineren zomaar aan de kant te schuiven. Maar het zou te overwegen zijn om eens een andere weg te proberen.
Een proefproject misschien?
Door Charles Füss


































































































   7   8   9   10   11