Page 17 - 20200523
P. 17
Antilliaans Dagblad Zaterdag 23 mei 2020 17
Literatuur
Ajó pa sémpr
oede wijn be- een verlaten put, een naar het voornaamste (letterlijk: ‘slecht blad’), hoog opschiet en vlug Ora Oradu/Te juister
hoeft geen kerkhof …Ze vormen doel van poëzie: het om- een maïssoort die alleen geoogst wordt. stonde, (Flamboyant/
G krans. In het beelden die de poëtische zetten van de tastbare maar een stengel en P, 1976), gedichten van
poëtisch werk van de geladenheid van dingen, werkelijkheid van de bladeren heeft, een vroe- Ajó pa sémpr verscheen in Luis Daal in de vertaling
gelauwerde Curaçaose waar de voorbijganger wereld in innerlijke, ge maïs, die meteen de tweetalige bundel Na van Fred de Haas.
dichter Luis Daal zijn de vaak achteloos langs intuïtieve waarheid.
woorden eenvoudig, loopt, aan ons openba- Kosecha di Maloa (Snelle
onopgesmukt en even ren. In Kosecha di Maloa Maïsoogst) is een verza- Ajó pa sémpr Vaarwel voor immer
gewoon als de voorwer- reiken de dingen waar- meling gedichten die I lo mi baj... En ik zal gaan...
pen die ze aanduiden: over de dichter spreekt Luis Daal schreef in de I páranan lo sigui kanta En in de tamarindeboom zal,
enkele maanden die hij Den pal’i tamarèjn, Als de ochtend aanbreekt,
op Curaçao doorbracht in Na boka ‘i pos, Rond de put,
1960/61. Ze zijn geïnspi- Ora maínta habri. Een lied van vogels blijven klinken
reerd door wat hij daar
heeft ervaren, door de I boso tur ku un día En jullie allen
herinneringen die in A stimami, Die mij eens hebt liefgehad
hem opkwamen in de Lo lubidami, poko-poko; Zullen mij allengs vergeten;
ontmoeting met zijn I, asta, odio bjew Zelfs de oude haat
geboorte-eiland, met zijn Lo frusa tambe. Zal aan de tijd verroesten.
eilandgenoten, na een
afwezigheid van acht Mi mes lo baj Ikzelf zal gaan,
jaar. Het gedicht Ajó pa I shelu blow i nubja kla De blauwe lucht, de heldere wolken
sémpr, geschreven in de Lo keda; i plaja blanku Zullen blijven met het lachen van de zee
spelling die hijzelf prefe- Lo sigui hari ku lamán. Tegen de witte stranden.
reerde, illustreert de
ondertoon van Daal Ora mi baj Als ik zal gaan
waarin hoop en wanhoop Pa n’ bolbe nunka mas Om nooit meer in dit lichaam
hand in hand gaan, Den e mesun kurpa akí, Terug te keren,
samen met blijdschap Solo ku luna
over wat er altijd zal I stréanan lo sali, Zal de zon opkomen als
zijn. De sterren en de maan,
Het verblijf van Daal Sin ku mi sinti Maar zal ik noch de warmte
op Curaçao duurde maar Ni nan kalor Noch de schoonheid hiervan
kort. Hij moest zijn Ni nan bejesa, Langer ondergaan,
oogst, zijn ‘kosecha’ aan
indrukken snel binnen- Meskós ku nunka mas Zoals ook nimmer meer
halen, net zo snel als de Lo mi no sinti Jouw stemgeluid
‘maloa’ geoogst moet Kantika di bo sunchi, Of ook het zingen van
worden. ‘Maloa’ is een Zonido di bo stem Jouw kussen
En in de tamarindeboom zal een lied van vogels blij- woord dat is afgeleid van Den mi orea... In mijn oor zal klinken…
ven klinken. FOTO MARTHA DI SERUNAN het Spaanse ‘mala hoja’
Atardi
udy Plaate behoort tot de ‘gro- de muziek voor de film ‘Oké, aki
ten’ van Curaçao. Met zijn Antillas’ van Peter Creutzberg.
R onvergetelijke liedjes heeft hij Een van zijn meest geliefde en
in goede en slechte tijden morele bekendste liedje is ‘Atardi’, een me-
steun gegeven aan allen die zijn lancholieke ode aan zijn land Cura-
Papiamentstalige liederen konden çao. Als je een Curaçaoënaar vraagt
verstaan en waarderen. Zijn stem of hij het gedicht ‘Atardi’ van Sick-
staat in ons aller muzikale geheugen man Corsen kent dan begint hij het
gegrift. ‘Atardi’ van Plaate te zingen. Zo
Een hoogtepunt in zijn lange car- reiken de oude en moderne dichter
rière was het winnen van de eerste elkaar de hand. Paradoxaal en onbe-
prijs van een door Radio Nederland doeld.
Wereldomroep uitgeschreven mu- Maar wel veelzeggend voor het
ziekconcours. Ook componeerde hij succes van Rudy Plaate.
Atardi Avondschemer
Atardi Kòrsou ta bunita Als de zon weer ondergaat
Ora ku solo ta baha ligt Curaçao te pronken;
Ora tur para ta kanta felis als vogels, vóór het slapen gaan,
Promé ku nan bai sosegá blij zingen vóór het donkert.
Atardi pará kant’i playa Aan zee, bij avondschemering,
Un gozo ta yena nos alma welt in ons hart een lach:
Ta manera nos isla ta hala rosea hoor hoe het eiland ademhaalt
P’é yama e dia ayó ten afscheid van de dag.
Pero atardi tambe tin tristesa De avond brengt ook droefenis,
Ora un dia ta yega a su fin een dag loopt weer ten einde;
Ta manera un parti di nos ta bayendo een deel van ons lijkt heen te gaan:
I hamás nos lo bolbe mir’é voor altijd uit het Zijnde.
Aan zee, bij avondschemering. FOTO MARTHA DI SERUNAN