Page 15 - ANTILL DGB
P. 15

15
     Achtergrond
                                                                         De afbeelding onder is de beschrijving van Nieuw-Nederland door
                                                                          medio zeventiende eeuw dat behoort tot de Andrew W. Mellon Adriaen van der Donck. De afbeelding boven is van een man uit Collection van het National Gallery of Art.






















                                    gezag  capa-
                                    wezigen mede, dat  mijn in geen enkel opzicht zou wan- kelen. Alles bleef in  mijn bele handen. Ik had andere ex- terne problemen met New Eng- land en met de indianen aan mijn hoofd; een constante one- nigheid over welke grenzen, van wie en waar wat was. En mijn R










   Maandag 26 juni 2017             die voor dit project 150 gulden in de bus legde.  Maar het volk had geen ver- trouwen meer in de WIC en veel minder in mij. Er werd over mij gefluisterd, want goed hoor- baar durfden zij mij niet te be- kritiseren en ongestoord bleef ik mijn taak als Directeur-Gen







   Antilliaans Dagblad Het zijn sterke benen die de weelde dragen (2)  Het onderkomen van de WIC in Amsterdam. comfortabele boerderij van zo’n 300 ‘acres’ ten noorden van de stad, met een groot stenen he- renhuis ‘White Hall’, een kapel, een privéboot met eigen steiger waarmee ik dagelijks naar het

















   Maandag 26 juni 2017     Schrijfster Olga Martinez. stilte zei ik, kort maar vol kracht en ironie in mijn stem: ,,Ik zal de bevelen gehoorzamen.” Van der Donck moest ik vrijlaten en deze liet er geen gras over groei- en, ging ijverig tegen mij te werk en verzamelde 83 pagina’s formele klachten wa







   Antilliaans Dagblad       aan en ik moet erkennen, dat ik ooit te ver ben gegaan. Ik had een krat geweren aan de india- nen verkocht, wetende dat dit strikt verboden was en dat er no- ta bene een enorm tekort aan vuurwapens onder mijn eigen bevolking was.  Ik moest toen voor mijn Raad verschijnen
                aangeboden. In het eerste deel  wekte afkeer bij mijn Raad op. Ik was mijn Raadsleden zat.  Ik, Petrus Stuyvesant, citeer- de graag uit het Boek en preekte tot Raad, onderdanen en wie het maar horen wilde: ,,Ieder mens moet zich onderwerpen aan de overheden die boven hem staan.” (Rom
                    Stuyvesant het zelf vertelt. Hij ergert zich aan de Zweden, aan de gouverneur Johan Printz, oftewel
                   leven als gouverneur van de kolonie Nieuw-Nederland in Amerika. Het verhaal is geschreven alsof
               Olga Martinez schrijft verhalen waarbij fictie en werkelijkheid met elkaar verweven zijn. Zij heeft
                     ‘Big Belly’. De Zweden wilden de Nederlanders wegjagen, bedierven de handel en ruïneerden de
                 is Stuyvesant vooral op Curaçao en verliest hij zijn been op Sint Maarten. Dit deel beschrijft zijn







                haar driedelige serie over Peter Stuyvesant aan het Antilliaans Dagblad




                             Compagnie            niet te spotten viel.




                             West-Indische (WIC) op zware kosten gejaagd. Ik, Petrus Stuyvesant, heb mij nooit aan de mening van ande- ren gestoord, dus aarzelde niet de bevelen en klachten van su- perieuren te overschrijden. Ik had het te druk om mij aan deze onbenullige standjes te ergeren. Mijn d









     Achtergrond         Door Olga Martinez  k duldde dit niet en trok met gewapende macht richting hun fort Casimir en zonder slag of stoot, op 11 september 1655 ge- I  hoorzaamden deze Zweedse ko- lonisten en ik scheepte de solda- ten en hun kolos ‘Big Belly’ naar Nederland in. ‘New Sweden’ verdwe






   14                  plantages.
   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20