Page 12 - OCP
P. 12

4.2.6  1970’s – Populariteit van kringloopwinkels
               Vervolgens was er een oliecrisis die de recessie halverwege de jaren zeventig veroorzaakte. Het leidde
               tot een slechte economie en jeugdwerkloosheid. Jongeren hadden minder geld, om kleren te kopen als
               ervoor. Om trends te blijven volgen, begonnen jongeren goedkope kleding te kopen in kringloopwinkels.

               4.2.7  1980’s-1990’s
               De periode van de 80’s en 90’s, was een periode van grote sociale en economische veranderingen. Met
               het einde van de koude oorlog die het communisme ineenstortte, werden veel landen in Oost-Europa
               onafhankelijk en volgde de verwestering van Oost-Europa. Bovendien werden de ontwikkelingslanden
               over de hele wereld geconfronteerd met economische en sociale conflicten.

               In de meeste ontwikkelde landen was er begin jaren tachtig een recessie. China en de Verenigde Staten
               waren de landen die de recessie vroegtijdig hebben verlaten, terwijl er nog andere landen waren die
               vanwege de recessie met hoge werkloosheid te kampen hadden. Vanwege de extreme werkloosheid
               waarmee bepaalde landen werden geconfronteerd, stonden deze landen open voor alles om uit deze
               situatie te komen, ook al moesten ze arbeid aanbieden tegen een laagbetaald loon. Daarmee begon de
               delokalisatie,  welvarende  landen  gingen  in  lageloonlanden  hun  producten,  waaronder  kleding,
               produceren  om  productiekosten  te  verlagen.  Delokalisatie  had  als  gevolg  dat  er  veel  meer  kleren
               werden aangeboden.

               4.2.7.1  Kunst en cultuur
               Kunst en cultuur vergrootte de vraag naar kleding. Muziek had grote invloed op mode en beïnvloedde
               jonge mensen op wereldschaal. In de jaren tachtig en negentig legde de nadruk op dure kleding en
               modeaccessoires.  Vrouwen  uitten  een  beeld  van  rijkdom  en  succes  door  middel  van  glanzende
               kostuums en sieraden.


                        STE
               4.3  21  EEUW
               4.3.1  2000’s
               We bevinden ons nu in de jaren 2000, een tijdperk waarin we de mode konden beschrijven als een
               wereldwijde mix. De kledingtrends van het decennium waren sterk beïnvloed door globalisering.

               In het begin van de jaren 2000 bleven veel mode uit het midden en eind van de jaren negentig over de
               hele  wereld  in  de  mode  en  werden  tegelijkertijd  nieuwere  trends  geïntroduceerd.  Veel
               kledingontwerpen uit de jaren zestig tot de jaren tachtig werden in de latere jaren van de jaren 2000 op
               grote schaal nieuw leven ingeblazen.

               De  toonaangevende modeontwerpers  in  het eerste decennium  van  de  21e eeuw  waren  Alexander
               McQueen, Vera Wang, Christian Louboutin, Jean-Paul Gaultier, Vivienne Westwood en Karl Lagerfeld.

               4.3.2  Opkomst van fast fashion
               Makers van fast fashion bekeken de kledingontwerpers van high fashion. Stilaan werden ontwerpen van
               couturiers als Karl Lagerfeld 'vertaald' naar goedkopere varianten.
               De opkomst van online retail & fast fashion in de winkel zorgde ervoor dat de verkoop van warenhuizen
               afnam omdat nieuwe stijlen sneller dan ooit werden aangeboden voordat.

               Fast fashion retailers zoals Zara, H&M, Topshop & Primark namen high street fashion over, in die periode
               bereikte het idee van goedkope mode zijn hoogtepunt.





                                                         ~ 12 ~
   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17