Page 5 - Gebbe gevaar

Er gebeurt weinig onder de heg. Gebbe ziet wel dat de mensen het tafeltje in de tuin hebben verlaten. Of toch niet? Een van hen komt terug en zet er iets op, een pot of een soort vaas. Dat is alles. Gebbe droomt weg. Hij hoort niet eens dat Wanja terugkomt. Maar die scheert nu rakelings langs zijn kop en dat merkt hij wel. Wanja vliegt meteen door naar de tafel. Daar is geen kruimeltje zoetigheid meer te bekennen. De tafel is schoongeveegd. Toch ruikt ze die heerlijke zoete lucht. Op de tafel staat een glazen pot met een nauwe opening aan de bovenkant. Dáár komt die geur vandaan. Limonade! En in die pot is het een gezoem van jewelste. “Ach,” denkt Wanja teleurgesteld, “ik ben te laat. Had ik maar naar die kikker geluisterd en gewacht. Nu zijn er al zoveel andere wespen voor mij. Het is maar de vraag of er nog iets over is.”
Wanja geeft gewoonlijk niet zo gauw op, ze is een volhouder. Ze vliegt toch naar de vaas en gaat op de rand bij de opening zitten. Oh heerlijk!! Bedwelmd door de geur steekt ze haar kop door het gat. Maar haar bril, die ze boven op haar kop geschoven had, stoot tegen de rand. Door die tik wordt ze weer helder. Ze ziet ineens dat een paar wespen bewegingloos in de limonade liggen. En anderen proberen omhoog te klimmen langs het glas. Maar hun vleugels plakken en hinderen elke beweging. Steeds vallen ze terug en zoemen scherp van wanhoop.