Page 9 - Gebbe verhaal
P. 9
Na nog een stuk springen over land (wat ook niet zo goed gaat) is daar eindelijk de brede sloot. Gebbes nieuwe vrienden zitten bij elkaar en de een kwaakt nog luider dan de ander. Ze maken weer een plekje vrij voor Gebbe. “Nee zeg, je past er nauwelijks tussen nu,” kwaakt er een. Gebbe voelt zich een beetje ongemakkelijk al lijkt het een gezellige boel. Niemand trekt zich veel van hem aan, totdat de grote kikker ineens naar hem kijkt en zegt: “Nee zeg, kerel, wat zie jij eruit. Ben je verstrikt geraakt tussen de waterlelies?” Hij barst uit in een bulderend gelach. De anderen beginnen ook te lachen. Gebbe is in de war. Ze hadden toch zelf gezegd dat het beter zou zijn met een tas? Wat is er nou niet goed? Maar hij houdt zich groot en begint ook te lachen. “Haha ja haha, gewoon een lollig dingetje.” Gauw doet hij zijn rugzak af en kwaakt nog een tijd mee met de andere kikkers. “Ik moet er weer eens vandoor,” zegt hij dan en zwaait de rugzak losjes over één schouder. Die moet wel mee want hij wil zijn bal niet kwijt. “Geen ongelukken krijgen nu, kerel,” kwaakt de grote kikker en hij blaast zich nogal op. Het gelach van de andere kikkers klinkt nog lang na in Gebbes kop. Onderweg komt hij langs Wanja. “Een mooie tas. Maar is het niet lastig zo, als je springt?” “Ja, dat wel maar mamma heeft hem gemaakt.” “Lief van je mamma. Wat is er eigenlijk mis met je bal?” Daarna