Page 40 - Brochures_Lessen
P. 40

                                Kunstenaarsindienst vanhetonderwijs
In de collectie van het Nationaal Onderwijsmuseum is werk opgenomen van bekende Neder- landse kunstenaars. Jan Sluijters, Johan Dijkstra, Ferdinand Hart Nibbrig, om er maar enkelen te noemen, maakten schilderijen die ook aan de wanden van klaslokalen hingen. Het waren geen originele aquarellen of olieverfschilderijen, maar schoolplaten bestemd voor de aard- rijkskundeles. Waarom kregen gerenommeerde Nederlandse kunstenaars opdrachten van onderwijsuitgeverijen? tekst Jacques Dane
REFORMPEDAGOGIEK
Onderwijsillustrator Cornelis Jetses (1873-1955) – de
man van aap noot mies – hanteerde een kindgerichte, realistische tekenstijl. Hiermee sloot hij aan bij de rond 1900 opgekomen internationale reformpedagogiek:
een idealistische stroming waarin de ethische (zedelij-
ke) opvoeding door middel van esthetiek (schoonheid) centraal stond. Kinderen, maar ook volwassenen, die met fraai vormgegeven zaken – boekillustraties, speelgoed, prenten, schoolplaten – in aanraking komen, zo luidde de boodschap, zouden daardoor een beter mens worden.
‘Hunebed te Havelte’, 1922
Johan Dijkstra (1896-1978)
Serie: Nederland in Woord en Beeld, Uitgeverij J.B. Wolters, Groningen Collectie Nationaal Onderwijsmuseum, Dordrecht
De roep tot het ontwikkelen van gevoel voor schoon- heid was niet geheel nieuw. Pedagoog Jan Geluk (1835-1919) verwoordde in 1882 iets soortgelijks in zijn Woordenboek voor opvoeding en onderwijs. Hij was van mening dat de school zoveel mogelijk ‘werkelijk schoone voorstellingen’ aan het kind moest tonen. Wat dit betreft sprak Geluk van een verwantschap ‘tusschen aesthetisch en zedelijk gevoel’: iemand, die zich door schoonheid laat leiden, staat dichter bij het goede,
het zedelijke, dan ‘de grof zinnelijke mensch’. Voor de vorming van het karakter was de betekenis van het schoonheidsgevoel essentieel.
GOEDE SMAAK
Al in 1882 gaf pedagoog Jan Geluk het advies om op scholen gebruik te maken van ‘goede platen bij het on- derwijs in geschiedenis en aardrijkskunde en natuurlijke historie’. Waarom? Omdat hierdoor ‘de vorming van
de smaak bevorderd’ wordt. Overal zou een ‘doelma- tig gekozen verzameling van platen de wanden van ’t schoolgebouw behooren te versieren’.
Enkele jaren later volgde de Groningse onderwijsuit- geverij J.B. Wolters het advies van Geluk op. Vanaf 1886 bracht zij de reeks Schoolplaten voor het Aanschouwelijk Onderwijs uit. Anonieme kunstenaars maakten platen
van een Hollands strand, de haven van IJmuiden en het eiland Marken. Vanaf 1901 werd een tweede reeks uitge- geven: Nederland in Woord en Beeld. Voor deze aardrijks- kundige schoolplaten werden kunstenaars als Bernard Bueninck, Johan Gabriëlse en Riekele Prins ingehuurd.
P. Noordhoff, de andere grote Groningse onder- wijsuitgeverij, bracht werk uit van L.W.R. Wenkebach,
 38
















































































   38   39   40   41   42