Page 59 - De man die het nieuws voor wilde blijven
P. 59
Oogsttijd
Gert Visser vond dat hij aan het werk moest. Juist wanneer het heel heet was en de halve stad richting het strand ging, vond hij dat hij moest werken. Dus deed hij de rolgordijnen van zijn werkkamer naar beneden en nam plaats achter zijn bureau.
Om op gang te komen greep hij een bundel van de plank boven zijn hoofd en sloeg het boek open. Het begon zo: ‘Er zijn mensen die vervuld zijn van verlangens die niet van hen zijn’. Volgens de schrijver (Maxim Februari) worden mensen als het ware besmet met de verlangens van anderen en is er geen enkel verlangen dat ze nog uit eigen beweging zouden willen najagen.
Het zette Gert aan het denken. Wat waren zijn eigen verlangens? Eigenlijk wist hij niet wat hij echt wilde. Ooit had hij bedacht dat hij niet zo graag met andere mensen optrok door een stapeling van nare ervaringen. Was het onhandigheid?
Zo zat Gert een tijdje te mijmeren en hij probeerde bij zichzelf na te gaan welke verlangens echt van hem waren en welke hij aangereikt had gekregen.
Het eventuele verlangen naar gezelschap en speciaal naar een vrouw was niet echt van hemzelf. Zijn vader was dol op vrouwen geweest en had zich bij elk meisje omgedraaid en haar van commentaar voorzien. Het had hem gestoord en niks bijgedragen, nergens aan.
Zijn moeder had graag gezien dat hij iets bereikte waarmee hij veel geld kon verdienen. Haar verlangen was pas goed op gang gekomen toen hij bleek te kunnen leren. Ingenieur leek haar wel wat, maar het werd een studie Nederlands. Om zich af te zetten tegen haar verlangen dat hij banaal vond?
57