Page 67 - De man die het nieuws voor wilde blijven
P. 67
Dam. Het meisje woonde met haar vader boven de winkel in een kleine vochtige woning zonder enig comfort. Haar moeder had ze niet gekend, die was overleden toen zij nog heel klein was. Ze was een lief meisje dat beter verdiende dan dit uitzichtloze bestaan met een vader die na al die jaren nog steeds in de rouw was, maar dat niet wist. Hij deed zijn best, maar een gezinsleven hadden zij niet, behalve dat ze samen in de winkel stonden en ’s avonds samen aten.
Ook om elf uur ontwaakte de schrijver Kees Z. in zijn kleine kamer aan de achterzijde van het pand Pijlsteeg nummer 27. Het was gisteren laat geworden, zijn hoofd voelde als een bonkende zweer. Hij stond op om zijn droge mond te spoelen en koffie te maken. Het geluid van het koffiemolentje dat aan de wand in de keuken hing en door hem in beweging werd gebracht, boorde zich in zijn zieke hoofd. Het hete water bruiste op de grof gemalen koffie en verspreidde een verrukkelijke geur. Eigenlijk vond hij de geur van koffie lekkerder dan de smaak. In zijn onderbroek en met een kop koffie ging hij achter zijn bureau zitten en keek door de vuile ramen naar de verlichte koepel van de wintertuin van Kras. Het was werkelijk een wonderschone koepel geworden met een deftige, maar warme uitstraling. Hij schoof het raam een stukje open en rook de appeltaart die beneden gebakken werd.
Precies om elf uur werd Swollo binnengelaten bij de directeur. De tijden waren slecht, dat wist hij maar al te goed, dus een salarisverhoging zou wel niet de reden zijn.
- Swollo, ga zitten beste man, zei de baas.
- Graag meneer.
- Ik heb een beroerde mededeling voor je Swollo, mijn zoon is zonder werk geraakt.
65