Page 87 - Fin de sciècle patisserie
P. 87
Nawoord
Op 5 februari 1967 reed ik met twee flessen champagne van Leiden naar Amsterdam om mijn grootvader te feliciteren met zijn 85ste verjaardag en om hem te vertellen dat hij die dag een achterkleinzoon gekregen had. “Ik had beloofd nooit meer champagne te drinken, jongen”, zei hij met het glas in de hand. “Dat komt, op weg naar New York, in 1903, was er een feestje in de eerste klasse en toen lieten ze me uit de keuken komen. O, wat een lekker kokkie zeiden ze – en ze woelden door mijn haren. Nou, toen heb ik de Heere beloofd dat ik nooit meer champagne zou drinken.” Kennelijk sloeg hij wat details over. Inderdaad had hij in die tijd als kok op de Holland Amerika Lijn gevaren. Hij hield van het avontuur toen hij jong was. In 1899 en 1900 had hij al als banketbakker gewerkt in Maubeuge en van1901 tot 1902 als kok in Parijs, o.a. in de Rue de La Gaitée (Montparnasse).
In 1895 ging hij op 13 jarige leeftijd van school. Het bakkersvak leerde hij van zijn vader die een broodbakkerij had in de Amsterdamse Pijp. Zijn receptenboekje dat hier is afgedrukt dateert van zijn leertijd, 1898-99 bij het huis Köttelbrink. Terug van zijn reizen bleef hij tot 1910 als banketbakkersgezel werkzaam bij verschillende patroons in Amsterdam.
In 1910 trouwde hij met zijn nicht Stien Hemker. Haar vader was rijtuigschilder en vergulder geweest, maar door zijn huwelijk tot een zekere welstand gekomen. Daardoor kon hij op de Elandsgracht het totaal vervallen “Fort van Sjako” kopen en op die plaats zeven “keurige arbeiders- woningen” laten zetten: Winkeltje, bel-etage, 1- 2- 3- hoog voor en achter. Overgrootouders woonden tussen de huurders en het pasgetrouwde stel trok daar ook in.
75