Page 89 - Fin de sciècle patisserie
P. 89

Het reizen mocht dan voorbij zijn, hij moet er altijd een zeker heimwee aan hebben overgehouden. Mijn vader vertelde dat hij op de gracht geen Chinees of iemand met een donkere huidskleur langs kon zien lopen of hij sprak hem aan. Als ze dan van een praatje gediend waren nodigde hij ze vaak uit voor een glas – terwijl hij toch behoorlijk zuinig was.
Waar hij beslist geen heimwee naar gehad zal hebben was naar de werkomstandigheden in de bakkerij. Dagen van meer dan twaalf uur waren gewoon. Hij vertelde wel eens het verhaal van een bakkersknecht die, om drie uur ’s ochtends in de gracht was gevallen omdat hij op weg naar zijn werk lopend in slaap viel.
Ik kan mij goed voorstellen hoe hij, als 16 jarig jochie van de Pijp naar de Oude Spiegelstraat liep (een half uurtje) en door het deurtje naast No 3, via het smalle gangetje het trapje af en zo in het souterrain van de patisserie kwam.
© Stadsarchief Amsterdam
In het buitenland woonde hij intern. “Soms kreeg je weinig te eten maar dat maakte me niet uit, ik at gewoon bij uit de kiebelton”. De kiebelton was de afvalbak waar alle resten in terecht kwamen. Nog op hoge leeftijd at hij liever beschimmeld brood of kaas dan het weg te gooien ... maar niet waar de dominee bij was.
77


































































































   87   88   89   90   91