Page 131 - Echte wiskunde
P. 131

Echte Wiskunde 119
datum ná 2 december 1915, de datum van Einstein’s artikel)” dan zou er later geen probleem over die prioriteit ontstaan zijn.
In 1934 en 1939 verschenen twee delen van de Grundlagen der Mathematik die bedoeld waren te leiden tot een “bewijs-theorie”, een direkte controle voor de consistentie van de wiskunde. Gödel’s artikel uit 1931 liet zien dat dit doel onhaalbaar was.
Hilbert leverde bijdragen aan veel takken van de wiskunde, zoals invarianten, algebraische getaltheorie, functionaal-analyse, integraalvergelijkingen, mathematische fysica en de variatie- rekening. Hilbert’s mathematische vermogens worden aardig opgesomd door Otto Blumenthal, zijn eerste student:
Wanneer je wiskundig talent analyseert moet je onderscheid maken tussen enerzijds het ver- mogen om nieuwe concepten te creëren die nieuwe soorten gedachten-structuren generen, en anderzijds de gave om diepere verbindingen te vinden en een onderliggende overeenkomsten. In Hilbert’s geval ligt zijn grootheid in een immens machtig inzicht dat doordringt in de diepten van een probleem. Al zijn werk bevat voorbeelden van uitgebreide gebieden waarin hij de enige was om een relatie te zien en een verbinding met het probleem waarmee hij bezig was. Vandaaruit werd een uiteindelijk de synthese –zijn kunstwerk– gecreëerd. Voor zover het het creëren van nieuwe ideën betreft, zou ik Minkowski hoger plaatsen, en bij de klassieken Gauss, Galois en Riemann. Maar als het aankomt op doordringend inzicht, zijn er maar weinig van de allergrootsten die zich de gelijke van Hilbert kunnen noemen.
Onder Hilbert’s studenten waren Hermann Weyl, de beroemde schaakkampioen Lasker, and Zermelo. Hilbert ontving vele eerbewijzen. In 1930 ging Hilbert met pensioen en de stad Königs- berg maakte hem ereburger. Hij hield een toespraak die hij besloot met zes beroemde woorden die zijn enthousiasme voor wiskunde duidelijk maken en laten zien hoe hij zijn leven wijdde aan het oplossen van wiskundeproblemen:
Wir müssen wissen, wir werden wissen - We moeten weten, we zullen weten.


































































































   129   130   131   132   133