Page 43 - Vroege Herinneringen
P. 43

Kapper
Ik informeerde bij de maten of er geen mogelijkheid was om uit de cel te komen, bijvoorbeeld door te werken als reiniger. Daar was volgens hen weinig kans op. Alleen als ik kapper was zou ik een kansje maken. Ik zei hun dat ik toevallig kapper was. Ze raadden mij aan het te melden aan de bewaker. Ik vroeg de be- waker te spreken en vertelde deze dat ik kapper van beroep was en vroeg hem daaraan te denken als er een nodig was. Na een paar eindeloos durende da- gen, was ik echt ziek van het verblijf in de cel en besloot een poging te wagen om naar het ziekenzaaltje te komen. Die dag hield ik mijn strozak die wij 's mor- gens in moesten leveren in de cel en meldde mij ziek. Ik lag op mijn strozak in afwachting dat ik naar het ziekenrapport zou mogen. Plotseling gestamp van laarzen, gerinkel van sleutels, de bewaker komt binnen, schreeuwt: “Achtung!”. Iedereen sprong in de houding. Een Duits officier komt binnen en vraagt onmid- dellijk wie de 'Friseur' is. Ik meld mij en hij vraagt of ik ziek ben. Ik zeg hem dat dat niet zo erg is en dat ik wel wil proberen te werken. Benijd door de maten, die mij bezworen aan hen te denken en ook af en toe wat te roken moest brengen, werd ik een uur later opgehaald en verhuisde naar de reinigerscel. Van de hel in de hemel. De cel was wel driemaal zo groot voor slechts vier man, de deur bleef open en er mocht gerookt worden. Er was een echte kapper, een wat oudere man, die over drie dagen op transport zou gaan en geacht werd mij in drie da- gen in te werken. Er was een ruimte ingericht als kapsalon voor de officieren met een echte kappersstoel en kastjes met scheergerei van de heren. De kap- per liet het mij allemaal zien en vertelde bijzonderheden over zijn klanten, zoals: “De commandant moet je niet te veel uitscheren, hij heeft nogal een dunne huid!” Ik zag met zorg de dag tegemoet dat ik aan het scheren moest. Hoewel ik aardig met kam en schaar overweg kon, had ik echt nog nooit van mijn leven zo’n groot scheermes in mijn handen gehad. Intussen was de dag van vertrek voor de kapper gekomen. Gelukkig had hij die dag z'n klanten nog geschoren. In de afgelopen dagen had ik al zoveel mogelijk sigaretten en lucifers georgani- seerd en in mijn kleding verstopt.
Een scherp scheermes
De ochtend voor de eerste keer nam ik mijn positie in de kapsalon in. M'n eerste klant was de commandant. Hij keek mij argwanend aan en vroeg of ik kapper was en of ik ‘richtig rasieren’ kon. Hij nam plaats op de stoel, ik deed hem het kapperslaken om en begon zijn grote kop met rosse stekels in te zepen. Ik dacht 'ik zeep hem lang in dan wordt die baard goed zacht’ en zeepte ook zijn
41


































































































   41   42   43   44   45