Page 49 - Vroege Herinneringen
P. 49
Jaap ontsnapt!
Op een middag was mijn vrouw even de deur uit om wat boodschappen te doen, ik was thuis en paste op de kinderen die sliepen. Ik was verdiept in mijn boek dat ik aan 't lezen was en keek niet op toen ik mijn vrouw hoorde binnen komen. Er werd een tas met boodschappen naast mij op tafel gezet en een mij welbekende stem zei: “Kun je geen andere boodschappenjongen vinden?” En daar stond mijn broer! Hij had kans gezien met een vriend te vluchten uit Berlijn, waar hij nadat hij door de Duitsers opgepakt was, te werk werd gesteld als dwangarbeider aan het herstel van de spoorbanen. Na veel omzwervingen was het hem gelukt naar huis te komen. Dat was een grote blijdschap in de familie. Natuurlijk kon hij niet thuisblijven en moest hij onderduiken. Er werd snel onder- dak voor hem gevonden bij een bevriende familie waarvan de man en de zoon ook in Duitsland zaten.
Waarzegster
Nu was het wachten op mijn vader. Zijn straf, hij was veroordeeld tot twee jaar, zat er inmiddels ook zowat op en wij zagen uit met hoop en vrees of hij inder- daad op de datum terug zou komen. Ik had mij ontzettend veel zorgen om hem gemaakt. Was zelfs eens naar een waarzegster gegaan op een adres op de Prinsengracht. Dat was een bijzondere belevenis geweest. Ik kwam bij die vrouw en vertelde het verhaal over mijn vader. Zij liet mij rustig doorpraten, on- derbrak mij op een gegeven moment en vroeg mij: “Wat is er eigenlijk met jou gebeurd? Ik zie kruitdamp in je borst, uniformen, ben je soms gewond ge- weest?” Ik was nogal verbaasd en bevestigde dat ik inderdaad gewond was. Wat ze toen zei was heel bijzonder voor mij. Ze zei letterlijk: “Jij heb een be- schermengel, ik zie hem achter je staan, het is je oudste broer en hij is op driejarige leeftijd overleden, toen was jij anderhalf jaar. Het is nu een grote ke- rel, dat kan in de geest en is nu je beschermengel. Maak je geen zorgen over je vader, die komt terug, want hij waakt ook over je vader.”
Wat is hij grijs geworden
Ik had de neiging om te kijken en voelde koude rillingen over mijn rug. Ik had plotseling het vaste vertrouwen dat mijn vader terug zou komen! Voor zijn thuis- komst was ik een konijn aan het opfokken om te slachten voor zijn terugkomst,
47