Page 7 - Altrobiografie
P. 7

niet patiëntgericht genoeg voor, ik ben veel meer geboeid door het begrijpen dan door het ingrijpen. Daarom voelde ik me als een vis in het water in het laboratorium terwijl ik mijn opleiding kindergeneeskunde al na een klein jaar weer vaarwelzegde.
Autobiografisch intermezzo
Naar de biochemie
Maar hoe kwam ik in dat laboratorium terecht? Het korte verhaal is dat ik daarheen gestuurd was door Prof. Van Crefeld2. Ik had bedacht dat ik kinderarts wilde worden en de professor wilde dat ik eerst een half jaartje biochemisch onderzoek moet doen. Het lange verhaal is dat ik welhaast ben opgegroeid in een laboratorium, waarover later.
De professor in de biochemie, Slater3, vond, terecht, dat je in een half jaar geen biochemie kon leren, hij wilde me alleen maar voor een jaar. En daar had ik geen zin in. Via Parijse kennissen van mijn schoonfamilie bemachtigde ik een introductie bij Jean Bernard, de paus der hematologen4. November 1959 liftte ik naar Parijs, kreeg audiëntie en toestemming om bij Bernard hem te komen werken. Behalve het bolle voorhoofd van de professor herinner ik me vooral de bazige hoofdzuster, de “surveillante”, die een schaar aan een touw om haar nek had hangen. Blij terug naar Van Creveld kreeg ik een koude douche: “Ach meneer, wat leert u daar nou? Leukemieën, die ziet u later hier ook”. Dus terug naar Slater die me, ondanks mijn eerdere aarzeling, aannam.
Op dinsdag 1 december zou ik beginnen, op maandag liep ik alvast eens binnen. Er was niemand op het lab maar er lag ergens een briefje met mijn naam en mijn onderwerp: De ontkoppelende werking van dinitrofenolen op de ademhalingsketenfosforilering. De woorden “op” en “de” begreep ik.
Mijn directe begeleider werd Wim Hülsmann5, de tweede man, op weg om lector te worden. Wim: Amsterdams in het kwadraat, creatief, spontaan, goochelend met de reacties die hij bestudeerde, strooiend met ideeën en ze even snel weer verwerpend, even ongeremd in zijn werk en in zijn relaties. Daartegenover Slater: de Professor met een Hoofdletter: gedisciplineerd, afstandelijk, beheerst; Cambridge geparachuteerd in Amsterdam. Maar een enzymoloog van klasse met een hobby voor de enzymkinetica. Kortom: de Dionysos en de Apollo van mijn eerste jaren in de biochemie.
Mijn proefschrift: gemiste kansen.
Het onderzoek in het lab van Slater ging over de vraag hoe de oxidatie van voedingsstoffen gekoppeld is aan het ontstaan van de energierijke fosfaatverbinding adenosinetrifosfaat (ATP), de oxidatieve fosforylering. Een centrale vraag want ATP wordt gebruikt voor alle energievragende processen in het lichaam, spiercontractie, hersenactiviteit, syntheses etc.
2 Prof. Dr S.van Creveld, kinderarts (1894-1971) UVA.
3 Prof. Dr E.C.Slater, biochemicus (1917-2016) UVA
4 Prof. Dr Jean Bernard, 1907-2006, Hematoloog, Hotel Dieu Paris
5 Prof. Dr W Hülsmann 1928-2000. Arts, Biochemicus, UVA, Erasmus Universiteit Rotterdam.
7


































































































   5   6   7   8   9