Page 22 - Memories van Arie Bastiaan Slaaakweg
P. 22
Ik moest opkomen in de Kromhoutkazerne in Utrecht en in november ging ik naar een barakkenkamp aan de Tweede Tol te Dubbeldam. Dat had voor mij het voordeel dat ik regelmatiger naar mijn meisje kon.
Ik had daar een keer kamerwacht, hetgeen inhield dat ik om tien uur ‘s avonds de kachel uit
moest doen. Deze stond toen nog roodgloeiend. Tegen de jongens zei ik dat ik er een emmer wa- ter op zou gooien. Ze dachten dat ik dat niet zou durven. Het deksel vloog tegen het dak en er ontstond een gemene stank. Nadat de kamp- commandant pools- hoogte had genomen, zetten we de ramen wa- genwijd open.
In december 1939 wer- den we overgeplaatst naar Moerdijk in een woning op de korte voormalige scheeps- werf. Omdat de oorlogs- toestand steeds drei- gender werd mochten we ons compartiment niet verlaten en dus ook niet de Moerdijkbrug in uniform overkomen.
Hier loop ik (rechts) met een maat
20