Page 132 - In de ban van bloedstolling
P. 132

infecties, niet praktisch. Vroege invaliditeit en overlijden als ge- volg van bloedingen waren dus meer regel dan uitzondering. In 1964 werden patiënten met ernstige hemofilie gemiddeld niet ouder dan 20 jaar.
In 1964 ontdekte Judith Pool aan
de Amerikaanse Stanford Universi-
ty dat wanneer bevroren donorplas-
ma langzaam wordt ontdooid er een
neerslag achterblijft die bij het ver-
der oplopen van de temperatuur als-
nog oplost. Pool analyseerde het fac-
tor VIII-gehalte en merkte op dat die
factor vooral in het neerslag gecon-
centreerd was. Dit ’cryoprecipitaat’ –
ofwel koude neerslag (kryo of κρύος
betekent ijskoud in het Grieks) – zou haar wereldberoemd maken. Haar ontdekking betekende een enorme verandering voor de behandeling van hemofilie. Een cryoprecipitaat is ge- makkelijk te bereiden uit één of enkele bloeddonaties en in plaats van een halve liter plasma hoefde men zo slechts en- kele tientallen milliliters in te spuiten. Dit was niet de enige doorbraak in hemofiliebehandeling in deze periode. In de ze- ventiger jaren maakten nieuwe technieken steeds zuiverder factorconcentraten beschikbaar en kon zelfs thuisbehandeling plaatsvinden. Zo kon ook van therapeutische toepassing, dus behandeling in het geval van bloedingen bij hemofiliepatiën- ten, overgegaan worden op preventieve toediening. Vanaf dat moment konden hemofiliepatiënten een zo goed als normaal leven leiden.
108
Judith Pool


































































































   130   131   132   133   134