Page 130 - In de ban van bloedstolling
P. 130

stamboomonderzoek en activiteitsbepalingen te combineren in een kansberekening ontwikkelde Veltkamp een methode waarbij draagsterschap nauwkeuriger kon worden vastgesteld. Medio jaren zeventig kon zo in bijna 60% van de gevallen uit- sluitsel worden gegeven bij het opsporen van draagsterschap van hemofilie A.
Voor factorbepalingen gebruikte Veltkamp ook pas ontwikkel- de technieken waarmee zowel werkzame als niet-werkzame stollingseiwitten konden worden opgespoord. Deze technie- ken bleken nuttig, omdat er verschillende soorten deficiënties bestaan: tekorten waarbij de stollingsfactor afwezig is en te- korten waarbij het eiwit wel aanwezig is maar niet werkzaam. Een gebrek aan enzymactiviteit bij aanwezigheid van een stol- lingseiwit wijst er op dat een gedeelte van deze moleculen on- werkzaam is – een duidelijke aanwijzing voor draagsterschap. Deze werkwijze werd gehanteerd bij studies naar factor VIII en IX, maar ook bij zeldzamere factor VII en XI-deficiënties.
Vlak voor zijn dood op 48-jarige leeftijd in 1985 introduceer- den Veltkamp en zijn vakgroep een nieuwe methode voor er- felijkheidsonderzoek: het analyseren van DNA. Tegenwoordig beheerst deze methode het draagstersonderzoek met 100% zekerheid. DNA-analyse maakt het ook mogelijk om te bepa- len of een foetus hemofiel of draagster is.
106


































































































   128   129   130   131   132