Page 172 - In de ban van bloedstolling
P. 172
belangrijke risicofactor van atherosclerose, op fibrinolysis. Het werk van het Leidse onderzoeksinstituut toonde aan dat stol- lingsfactoren, fibrinolyse en vaatwand nauw met elkaar verwe- ven zijn en dat afwijkingen in dit complex tot epidemische aan- doeningen leiden. Astrups notie van de hemostatische balans, waarin stolselvorming de kiem van de eigen afbraak in zich draagt, werd door leerling Brakman en zijn onderzoekers ge- staafd. Sterker nog, ook de vaatwand en bloedplaatjes bleken een noodzakelijke rol te spelen in het stollingsproces – of lie- ver het voorkomen ervan.
Boezemfibrilleren: hartritmestoornis en trombose
Naast atherosclerose kan ook boezemfibrilleren, een hartrit- mestoornis waarbij het bloed in de kamers niet voldoende stroomt en zo het stollingsproces op gang laat komen, stolsels in de slagaders veroorzaken. Deze kunnen dan elders in het vaatstelsel een verstopping veroorzaken. Boezemfibrilleren komt op hogere leeftijd frequent voor.
Hoewel er aan het Gaubius ruimte bleef voor fundamenteel onderzoek, ontwikkelde dit onderzoek zich met de overgang van het instituut van de Universiteit van Leiden naar TNO steeds meer in de richting van de toegepaste wetenschap- pen. Nadat de ontwikkeling van een reeks diagnostische tes- ten min of meer mislukt was, ging het Gaubius op in het In- stituut voor Vaatziekten en Verouderingsonderzoek waaruit la- ter het instituut TNO Preventieve Gezondheidszorg ontstond. Waar het Leuvense Centrum voor Trombose en Vasculair On- derzoek nog altijd tot een van de meest vooraanstaande bio-
148