Page 187 - In de ban van bloedstolling
P. 187

zo uitgebreid dat het in een nabijgelegen gebouw naast het ziekenhuis was ondergebracht. De relatie tussen het onder- zoekscentrum en de het ziekenhuis, zo merkte Akkerman op, verliep door deze afstand echter zo moeizaam dat clinici na verloop van tijd hun eigen laboratoria in het ziekenhuis opzet- ten zonder te communiceren met de biochemici die twintig meter verderop zaten. In Utrecht zou die verbondenheid tus- sen onderzoek en behandeling Sixma’s vakgroep juist grote successen bezorgen in het ophelderen van de relatie tussen bloedplaatjes, vaatwand en stollingsfactoren.
Sakariassen, perfusiekamers en ex vivo-experimenten
In tegenstelling tot stollingsfactoren is het lastig bloedplaatjes in vitro te onderzoeken. Afgenomen bloed moet direct worden onderzocht, omdat plaatjes kwetsbaar zijn en snel hun functie verliezen. Vooral het analyseren van afwijkende plaatjes ver- eist nauwe coördinatie met patiënten. Gelukkig waren lab en kliniek op Sixma’s afdeling nauw verweven. In de kliniek afge- nomen bloedplaatjes konden zo onmiddellijk worden gebruikt voor ex vivo-experimenten – proeven waarin met weefsel, dat direct uit het lichaam werd verkregen, werd gewerkt.
In 1968 ontwikkelde de Zwitser Hans Baumgartner perfusieka- mers om bloedstroming na te bootsen om de invloed van rode bloedcellen op stroming te analyseren. Sixma werkte aan deze techniek voor zijn eigen onderzoek en ontwikkelde een perfu- siekamer waarin het te onderzoeken oppervlak, bijvoorbeeld collageen of endotheelcellen, is aangebracht.
163


































































































   185   186   187   188   189