Page 189 - In de ban van bloedstolling
P. 189

20-30 ml ontstold bloed dat vele keren werd rondgepompt over het glasplaatje waarop het weefsel was geplaatst. Maar In Utrecht werd al snel vermoed dat het rondpompen zelf scha- delijk was voor de delicate bloedplaatjes. Daarom werd de single passage perfusiekamer ontwikkeld waarbij het donor- bloed, meestal van labmedewerkers zelf, meteen de perfusie- kamer in ging, over het weefsel werd geleid en daarna direct werd afgevoerd.
De technieken voor ex vivo-experimenten, die in Utrecht werden ontworpen, leverden in de jaren daarna een schat aan kennis op over bloedplaatjestransport, de hechting van plaatjes aan het weefsel van beschadigde vaten en de rol stollingseiwitten daarbij. De ontdekking van één eiwit bleek van cruciaal belang en zette Utrecht in een klap internationaal op de kaart: de Von Willebrand factor.
Bouma, Van Mourik en Von Willebrand factor
In het begin van de jaren zeventig bezorgde de samenwerking tussen Bonno Bouma en Jan van Mourik een doorbraak in de ontdekking van de Von Willebrand factor (VWF) en relatie tus- sen dit cruciale eiwit met factor VIII, bloedplaatjes en de vaat- wand. Bouma studeerde bij Van Deenen af als biochemicus en verwierf al in zijn afstudeerjaar een promotieplek binnen de he- mostasegroep van het AZU. Hij kwam per toeval op de VWF als het onderwerp voor zijn promotieonderzoek toen Herman Hart, een Utrechtse clinicus, stelde dat kennis over de ziekte van Von Willebrand nog altijd tekort schoot.
165


































































































   187   188   189   190   191