Page 185 - In de ban van bloedstolling
P. 185

Receptoren en bloedplaatjesactivatie en -aggregatie
Receptoren zijn eiwitten op het membraan van cel- len waaraan stoffen kunnen hechten om zo een sig- naal door te geven naar de binnenkant van de cel. Op deze manier kunnen biochemische processen worden gestart, bijgestuurd of beëindigd. Recep- toren en de daaraan hechtende stoffen werken als
een sleutel in een slot: alleen specifieke stoffen binden aan specifieke receptoren. Trombine hecht bijvoorbeeld aan re- ceptoren op het membraan van bloedplaatjes waardoor de- ze worden geactiveerd, aggregeren en verschillende stoffen uitscheiden. Het geneesmiddel abciximab daarentegen hecht aan een andere belangrijke receptor waarmee het voorkomt dat plaatjes aggregeren en binden aan fibrinogeen. De ziekte van Glanzmann wordt veroorzaakt door een defect aan dezelf- de receptor.
Akkerman bepaalde de aggregatie door de verstrooiing van licht te meten – een techniek die de Engelsman Born in 1962 had gelanceerd. Het plasma met de bloedplaatjes, dat een la- ge doorlaatbaarheid van licht kent, wordt in een doorzichtig buisje bij 37°C geroerd. Door stoffen, zoals ADP, adrenaline of trombine, toe te voegen gaan de bloedplaatjes klonteren. Het troebele plasma verandert dan in helder plasma met klei- ne klontjes waarbij een hoge doorlaatbaarheid van licht werd gemeten. Deze veranderingen werden beschreven in zoge- naamde aggregatiecurven. Bij gebruik van verschillende stof- fen bleken bloedplaatjes van gezonde personen uiteenlopen- de aggregatiecurven te vertonen. Receptoren voor ADP op
161


































































































   183   184   185   186   187